De brief aan de gemeente te Thyatira

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt: 17 juli 2012) (Laatste bewerking: 27 november 2017)

Openbaring 2:18t/m29 En schrijf aan de engel der gemeente te Thyatíra: Dit zegt de Zoon Gods, die ogen heeft als een vuurvlam en zijn voeten zijn als koperbrons: Ik weet uw werken en liefde, en geloof en dienstbetoon, en uw volharding en uw laatste werken, die meer zijn dan de eerste. Maar Ik heb tegen u, dat gij de vrouw Izébel laat begaan, die zegt, dat zij een profetes is, en zij leert en verleidt mijn knechten om te hoereren en afgodenoffers te eten. En Ik heb haar tijd gegeven om zich te bekeren, maar zij wil zich niet bekeren van haar hoererij. Zie, Ik werp haar op het ziekbed en hen, die met haar overspel bedrijven, breng Ik in grote verdrukking, indien zij zich niet van haar werken bekeren…Doch Ik zeg tot u allen, die voorts te Thyatíra zijn, en deze leer niet hebt en die niet, gelijk zij zeggen, de diepten des satans heb ik leren kennen: Ik leg u geen andere last op.Maar wat gij hebt, houdt dat vast, totdat Ik gekomen ben. En wie overwint en mijn werken tot het einde toe bewaart, hem zal Ik macht geven over de heidenen; en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf, als aardewerk worden zij verbrijzeld…

Thyatíra werd als militair centrum door Alexander de Grote gesticht, ongeveer 300 jaar v.Chr. Er waren tempels voor Apollo en Artemis. Het was een belangrijke industriestad aan de rivier de Lycus en bekend om haar wol en purperververijen. Hier werd uit purperslakken purper vervaardigd. Vele ambachtsgilden hadden hun hoofdkwartier in deze plaats. Om te kunnen werken was het noodzakelijk lid van een gilde te zijn. Het was wijd en zijd bekend dat deze gildeleden zich te buiten gingen aan  braspartijen en orgieën. De christenen hadden geen toegang tot de gilden en konden daardoor geen bedrijf uitoefenen. Thyatira is de enige plaats in het boek Openbaring, waar Jezus Zichzelf de Zoon van God noemt. Jezus ziet dat er in de gemeente in Thyatíra gelovigen zijn die niet buigen voor satan en zich niet laten verleiden door de tovenarijen van valse profetes Izébel. Deze vrouw beweert te zijn begiftigd met bijzondere krachten en de woorden Gods te spreken, maar zij is een valse profetes die de gelovigen aanzet tot hoererij en tot deelneming aan afgodendienst. In deze gemeente is sprake van een vermenging van godsdiensten, vermengd met tongentaal, occultisme en zwarte kunst en allerlei andere occulte zaken.

Ruďnes van de oude stad Thyatira

De Heer heeft tegen de gemeente in Thyatíra dat zij een opmerkelijke verdraagzaamheid jegens de leer van Izébel laten zien. Haar volgelingen waren onder de indruk van haar tovenarijen en keken daarom op de overige christenen met verachting neer als tweederangs, “niet ingewijde” christenen.

Opmerkelijk dat Jezus in de brief aan Thyatíra verwijst naar de laatste fase van het  huidige wereldbestel: “totdat Ik gekomen ben”; “tot het einde toe”. Dat betekent dat Thyatíra en Izébel vandaag voortleven in gemeentes en allerlei figuren die eveneens beweren Gods wil te doen, maar in de praktijk de werkelijke waarden van het geloof met voeten treden en satanische tovenarijen als gaven van Geest uitleggen.  De brief aan de gemeente van Tyatira laat ons weten, dat er een dag komt waarop God gaat straffen, de tijd van de grote verdrukking. De eindtijd is begonnen! Het boek Openbaring is actueel!

 

Ook in Thyatíra waren er gelovigen die onder de indruk waren van Izébels tovenarijen waarvoor de Here Jezus juist nadrukkelijk waarschuwde. Gelukkig zijn er door de eeuwen heen en ook vandaag nog vele gelovigen die zich niet door allerlei dwaalgeesten hebben laten beinvloeden en trouw zijn gebleven aan Gods Woord. In Thyatira steld Jezus zich voor in al zijn goddelijke grootheid: Hij heeft ogen als een vuurvlam en zijn voeten zijn als blinkend koper gelijk. Hij zal alles doorgronden en alles oordelen, alles aan het licht brengen wat in strijd is met zijn heiligheid en gerechtigheid en kondigt een oordeel aan dat niet meer vermeden kan worden. Daarom zegt de Heer dat Hij haar tijd gegeven heeft om zich te bekeren. In Thyatira was het proces van afbraak van het geloof in volle gang en kwam het gevaar vanuit de gemeente zelf net als in onze tijd.

De gelovigen in Thyatíra konden geen weerstand meer bieden aan de verleidingen van Izébel net als de gelovigen onder de Toronto Blessing -en andere dwalingen in onze tijd.  Aan Thyatira maakt Jezus zich bekend als de Zoon van God, die het oordeel over de wereld en de gemeente gaat uitvoeren. De gemeente is ongehoorzaam geworden aan Gods onfeilbare Woord en zal daarom onder een oordeel vallen. Ook in Thyatira waren vele eenvoudige gelovigen die zich niet door de wereld lieten verontreinigen en  altijd geduldig op de terugkomst van de Here Jezus hebben gewacht en straks samen met Hem mogen regeren.In Thyatira werden zij niet geteld maar straks zullen zij de overwinnaars zijn.

Matthëüs 7:13-14-15-16 Gaat in door de enge poort, want wijd is (de poort) en breed de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor in gaan; want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden.Wacht u voor de valse profeten, die in schapevacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven.

Klik hier voor  De brief aan de gemeente te Sardes” Openbaring 3