Moordpartij op Israëlische atleten München 1972

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt: 3 september 2012)(Laatste bewerking: 2 december 2018)

De wereld reageerde geschokt toen tijdens de Olympische Spelen in München op 5 september1972 een bende gewapende terroristen van de Zwarte September (een onderdeel van Jasser Arafats Fatahbeweging) het Olympische dorp binnenvielen en elf atleten van de Israëlische ploeg gijzelden. Uiteindelijk vonden alle elf Israëliërs en een Duitse politieman de dood. Tijdens de pogingen de atleten te bevrijden werden vijf van de acht terroristen eveneens gedood. De drie terroristen  die het bloedbad overleefden werden later door Duitsland vrijgelaten, na de kaping van een vliegtuig van Lufthansa. Op het bloedbad volgde een reeks van Israëlische wraakacties, waarbij twee van de drie overgebleven terroristen werden gedood.

De Israëlische slachtoffers in München

Na onderdak te hebben gevonden bij de Duitse terreurgroep Rote Armee Fraktion, klommen de terroristen gekleed in trainingspak over de omheining, bezetten het complex waar de Israëlische atleten zich bevonden en gingen vervolgens op zoek naar de slaapvertrekken van het Israëlisch Olympisch team. Worstelcoach Mosje Weinberg werd hun eerste slachtoffer. Zijn lijk werd op straat gegooid. De moordenaars verschansten zich vervolgens met negen gijzelaars in een kelder en vermoorden het tweede slachtoffer de gewichtheffer Yosef Romano. Vervolgens eisten ze de vrijlating van 234 in Israël gevangen gehouden terroristen alsmede de vrijlating van Andreas Baader en Ulrike Meinhof (de leiders van de Rote Armee Fraktion) uit de Duitse gevangenis. Daarnaast wilden ze een vliegtuig en een vrije aftocht in ruil voor de vrijlating van de atleten.

Golda Meir, de toenmalige premier van Israël, had via Bondskanselier Willy Brandt laten weten dat Israël onder geen beding onderhandelde met terroristen. De bevrijdingsoperatie die daar op volgde werd geleid door Manfred Schreiber. De Duitse politie was echter totaal niet op voorbereid. In eerste instantie was het de bedoeling blok 31 van het Olympisch dorp te bestormen. Maar toen duidelijk werd dat de terroristen doorkregen dat er iets stond te gebeuren werden de voorbereidingen afgeblazen. De terroristen kregen vervolgens toestemming om samen met de gijzelaars naar het militaire vliegveld Fürstenfeldbruck te vertrekken. Eerst per bus, daarna per helikopter. Op Fürstenfeldbruck stond een vliegtuig klaar waarmee ze naar Cairo zouden vliegen.

Duitse commando’s ondernamen vervolgens een reddingspoging maar verknoeiden de zaak hopeloos. De terroristen openden het vuur op de politie en de gegijzelden en wierpen tevens een handgranaat in de helikopter waarin de Israëlische atleten zich bevonden. Alle gegijzelden kwamen hierbij om het leven. Vijf van de acht terroristen werden ook gedood. Direct na de gijzeling werd het competitieprogramma van de Spelen opgeschort; dit was voor het eerst in de geschiedenis van de moderne Olympische Spelen. Op 6 september werd een herdenkingsceremonie gehouden in het Olympisch stadion, bijgewoond door 3.000 atleten en zo'n 80.000 toeschouwers. Tijdens deze bijeenkomst kreeg een familielid van een van de slachtoffers van het drama een hartaanval en overleed. De Olympische vlag en vlaggen van deelnemende landen werden halfstok gehangen. Tien Arabische landen echter protesteerden hiertegen en hun vlaggen werden bijna meteen weer in top gehesen. IOC-voorzitter Avery Brundage besloot - tot ontzetting van veel mensen in Israël en daarbuiten- de Spelen gewoon door te laten gaan. Het Israëlische, Nederlandse, Noorse en het Filippijnse team vertrokken daarop naar huis.

Er waren na de mislukte bevrijdingsactie op Fürstenfeldbrück nog drie terroristen in leven die vervolgens in hechtenis werden genomen. Het ging om: Mohammed Safady, Jamal al-Gashey en diens oom Adnan. De hechtenis duurde echter maar 53 dagen want nadat op 29 oktober 1972 een vliegtuig van Lufthansa werd gekaapt en de kapers de vrijlating eisten van de drie gevangen terroristen, gingen de Duitse autoriteiten snel op deze eis in en zetten de drie op een vliegtuig naar Libië, waar ze in de hoofdstad Tripoli als helden werden onthaald. De Israëlische premier Golda Meir reageerde hierop door de Mossad opdracht te geven elk lid van Zwarte September te liquideren. Deze operatie staat bekend als de operatie ‘Wrath of God’ Toorn van God. Er werd een militaire eenheid genaamd Caesarea, onder leiding van Mossad-officier Michael 'Mike' Harari, belast met de uitvoering van de liquidaties. Bij de liquidatie acties werden twee van de resterende terroristen gedood op Jamal al-Gashey na die verschillende aanslagen op zijn leven wist te overleven. Voor zover bekend zou hij ergens in Afrika ondergedoken zitten.

Abu Daoud, ook gekend als Mohammed Daoud Odeh, was het kopstuk en meesterbrein achter de gijzelingsactie in München. Hij was echter niet persoonlijk aanwezig bij de terroristische actie, maar werkte achter de schermen. Op 27 juli 1981 pleegde de Mossad een aanslag op hem in een café in Warschau waarbij hij zwaar gewond raakte. Hij stond in die tijd op de loonlijst van de Oost-Duitse Stasi en genas onder bescherming van deze geheime dienst in Oost-Berlijn aan zijn verwondingen. Van daaruit vluchtte hij vervolgens naar Damascus waar hij  tot aan zijn dood ongestoord leefde in een luxe appartement onder bescherming van de Syrische regering. Aan een door de Duitse justitie uitgevaardigd uitleveringsbevel heeft Syrië nooit voldaan. De Mossad heeft hem niet meer te pakken gekregen. Hij is uiteindelijk op 2 juli 2010 op 73-jarige leeftijd aan nierfalen overleden. Vlak voordat hij stierf zei hij: ,,Ik kan niet meer vechten tegen Israel, maar mijn kleinzoon zal dat doen, en zijn kleinzonen ook.”

 Abu Daoud

Abu Daoud, vertelde dat Abu Mazen (Mahmoud Abbas) de huidige leider van de “Bende van Ramallah”, de fondsen had geregeld om de aanslag uit te kunnen uitvoeren. De ervaringen van Daoud staan opgetekend in zijn autobiografie, "Palestine: From Jeruzalem to Munich." Hierin noemt Daoud, Abu Mazen de financier van onze operatie. Later ontkende hij echter dat Mazen iets geweten zou hebben over de werkelijke bestemming van het geld. Maar deze uitspraak zal zonder enige twijfel onder druk van hogerhand zijn gebeurt.

Een toenmalig in Duitsland gestart onderzoek naar de verantwoordelijken achter de aanslag, werd plotseling zonder opgaaf van reden gestaakt. Het enige wat de Duitse regering hierover kwijt wilde was dat men om politieke reden afzag van verder justitieel onderzoek. Dat had mogelijk te maken met het feit dat de Duitse autoriteiten veel verweten kan worden. Volgens het blad Der Spiegel waren ze namelijk al twee jaar tevoren gewaarschuwd voor een bloedbad. Maar de West-Duitse politie moest onbewapend blijven, om de sfeer niet te bederven. Veiligheidschef Ernst-Thomas Strecker vroeg om extra bewaking maar het Duitse NOC vond dat het ‘niet op een concentratiekamp mocht lijken’.

Abu Daoud vertelde in een interview m.b.t. de gijzelingsactie in München dat Jasser Arafat en Abu Mazen hem geluk wensten en hem kusten toen hij vertrok om de aanslag voor te bereiden. Mazen zei naar aanleiding van het overlijden van Daoud: ,,Hij wordt gemist. Hij was een van de leidende figuren van Fatah en leefde voor het verzet en zette zich oprecht en ten koste van zijn eigen gezondheid in voor het heil van zijn volk.”

Abu Daoud was niets anders dan een bloedige massamoordenaar die zijn sporen had verdiend in het vermoorden van talloze onschuldige Joden. Israëlische dokters behandelden in de laatste week van december 2011 in het Assuta Hospital in Tel Aviv de vrouw van Abu Daoud.

Abu Daoud werd in 1937 geboren in Jeruzalem en woonde daar tot 1967, het jaar dat Israël Samaria en Judea en het oostelijk deel van Jeruzalem heroverde op de Jordaanse bezetters. Later sloot hij zich in Jordanië aan bij de PLO van Arafat en was betrokken bij de opstand tegen koning Hoessein.  Het Jordaanse leger nam Arafats bolwerken daarom onder vuur met tanks, vliegtuigen en zware artillerie en joegen hem en zijn bende het land uit. Zo verschrikkelijk was Hoessein’s campagne, dat vele van Arafats bendeleden de rivier de Jordaan overstaken en zich liever overgaven aan de Israëli’s dan een zekere dood door de handen van het Jordaanse leger tegemoet te zien. Het ingrijpen van Hoessein koste naar schatting aan tienduizend volgelingen van Arafat het leven. Hoesseins actie staat bekend onder de naam "Zwarte September".

Abu Daoud beschouwde de Israëlische atleten, tevens reservisten van het Israëlische leger, als legitiem doelwit. Ook prees hij het effect van de actie. ,,Voor München waren we gewoon terroristen, na München gingen mensen zich tenminste afvragen: wie zijn die terroristen?” In zijn biografie schreef hij dat het in feite niet de bedoeling was om de atleten om te brengen. Maar deze uitspraak is niets anders dan een leugen, want ze zouden de gijzelaars nooit hebben toegestaan levend naar Israël terug te keren!

Ilana Romano en Ankie Spitzer, twee weduwen van de vermoorde Israëlische atleten zijn gruwelijke details te weten gekomen over de moordpartij. Deze details blijken door de Duitse overheid ruim 20 jaar lang geheim te zijn gehouden. De New York Times heeft op 1 december 2015 enkele details gepubliceerd. De beide weduwen vertelden de krant dat de Duitse autoriteiten pas na 20 jaar inzage in de gebeurtenissen hebben gegeven waarvan ze eerst ontkenden dat ze zouden hebben plaatsgevonden. In de rapporten staan foto’s die Ankie Spitzer voor het eerst pas zag in 1992 tijdens een bezoek in München. De weduwe stond er op dat ze de foto’s mocht zien ondanks de waarschuwing dat er gruwelijke beelden bij waren. Ilana Romano's echtgenoot Yossef, kampioen gewichtheffer werd neergeschoten toen hij probeerde het Palestijnse tuig te overmeesteren. Hij stierf voor het oog van de andere atleten en werd vervolgens door de Palestijnse barbaren gecastreerd. De anderen werden geslagen waarbij zij botbreuken opliepen en andere wonden. Spitzer zei er niet zeker van te zijn dat de castratie plaatsvond voor of nadat hij was vermoord. Spitzer, beschrijft voor de eerste keer de brutaliteit waarmee ze zijn behandeld in een interview in de documentaire “Munich 1972 & Beyond," die in 2016 zal verschijnen.

Na de gebeurtenissen van München, gaf premier Golda Meir haar fiat om de verantwoordelijke terroristen te vinden en om te brengen, waar ze zich ook bevonden.

 

 Golda Meir.

 

Bij deze operatie -codenaam Wrath of God (God’s toorn), werden 11 Palestijnse terroristen omgebracht in Rome, Cyprus, Parijs, Athene en Beiroet.

Terug naar: Inhoud