Lang niet alle Arabieren haten Israël

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt : 19 juli 2012) (Laatste bewerking: 20 november 2018)

De voormalige Amerikaanse president Jimmy Carter, de Zuid-Afrikaanse Anglicaanse Aartsbisschop Desmond Tutu, Mary Robinson de voormalige Ierse president, en vele anderen vergelijken Israël met het voormalige apartheidsbewind in Zuid-Afrika. Het zijn gemene valse beschuldigingen want Israël kent geen apartheidswetten zoals destijds in Zuid-Afrika. Israël kent namelijk volledige, politieke, religieuze en andere mensenrechten voor de hele bevolking. In een televisieprogramma werd aan een Israëlische Arabische gevraagd of Israël een apartheidsstaat is. 'Nee,' was het antwoord van de Arabische vrouw, 'Israël is geen apartheidsstaat, en iedereen die denkt dat dit zo is, zou zich moeten schamen'. Jullie (de Israëlische Arabieren) wonen in dit land en bezitten een blauwe identiteitskaart, die jullie alle rechten van een burger garandeert, jullie zijn vrij om te werken, te studeren, jezelf te uiten en alles te doen wat jullie willen.’

 

Dat kan van de islamitische Arabische landen in het Midden-Oosten bepaald niet gezegd worden. In deze landen maakt apartheid een integraal onderdeel uit van de gevoerde politiek. Deze landen handhaven nog steeds wettelijke, politieke en sociale discriminatie tegen hun minderheden. Ook PLO-leider Abu Mazen (Mahmoud Abbas) wil de toekomstige PLO-staat etnisch zuiveren van alle Joden naar het voorbeeld van de apartheidswetgeving in Jordanië en Saoedi-Arabië, waar het Joden verboden is te wonen. In werkelijkheid is Israël de enige apartheidvrije staat in het Midden-Oosten. In Israël heeft de Arabische bevolking wettelijk volledig gelijke rechten, en meer voorrechten dan de meeste etnische minderheden in de vrije wereld, van de aanwijzing van Arabisch als officiële taal tot de erkenning van niet-Joodse religieuze feestdagen.

 

Abu Mazen (Mahmoud Abbas)‘Palestina’ zal etnisch gezuiverd worden van alle Joden. Dit is pas echte apartheid!

Sinds de Arabische ‘lente’ wordt het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken overspoeld met Arabieren die asiel aanvragen of visa voor een bezoek. Sommigen vragen zelfs dienst te mogen doen in het Israëlische leger. Onder de steeds maar toenemende haat in de Arabische wereld tegen Israël, blijken duizenden Arabieren uit landen als Egypte, Syrië, Jordanië en Irak te willen vertrekken en zich in de Joodse staat te willen vestigen. Zij beginnen te beseffen dat Israëlisch geen bloeddorstige monsters zijn zoals hen dat van kinds af aan is geleerd. Ook zijn ze tot de ontdekking gekomen dat de bewoners van Israël het veel beter hebben dan in de totalitaire Arabische samenlevingen. Velen beginnen zich ook te realiseren dat het onder de nieuwe machthebbers in de Arabische landen mogelijk nog slechter zal worden dan het al was en de vrijheden tot een minimum beperkt zullen worden. Het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken zei tegen de krant Yediot Achronot dat het zelfs verzoeken ontvangt van 'leden van Arabische parlementen, leden van politieke bewegingen en andere belangrijke politieke figuren.' "Jullie zijn het enige land (in de regio) dat de persoonlijke vrijheid respecteert", schreef Dawoud, een computertechnicus uit Irak die politiek asiel aanvroeg in Israël. "De mensen van Israël zijn de sterkste en beschaafdste in de regio", schreef een andere jongeman uit Iran, die zei naar Israël te willen verhuizen met zijn hele gezin.

Deze ontwikkeling doet denken aan de Arabische immigratie naar het Heilige Land tussen 1893 en 1948. Door de massale Joodse immigratie kwam er een economische ontwikkeling op gang waardoor arme Arabieren uit de omringende landen het door de Volkerenbond aan Israël toegezegde land binnentrokken op zoek naar een beetje welvaart. Dankzij de nieuwe mogelijkheden nam het levenspeil van de Arabieren enorm toe, steeg hun welvaart met gevolg dat Arabische immigranten uit omringende landen bleven toestromen. Uit Britse gegevens blijkt dat in die jaren de Arabische bevolking in het gebied met 120 procent toenam, veel meer dan de natuurlijke bevolkingsgroei. In Jaffa hebben zich in die tijd Arabieren uit niet minder dan 15 Arabische landen gevestigd. Een in 1931 gehouden volkstelling maakt duidelijk waar de in 1931 aanwezige moslims vandaan kwamen. Nog steeds dragen heel wat Arabieren die nu tussen de Jordaan en de Middellandse Zee wonen de achternamen die hun Arabische landen van herkomst verraden. 

Terwijl bewind in Ramallah, de Verenigde Naties, diverse wereldleiders en allerlei linkse anti-Israël lobbyisten het leven van de Arabieren in Israël proberen af te schilderen als onderdrukkend blijken de feiten hun theorie niet te steunen. Duizenden Arabieren koesteren namelijk sympathie voor de Joodse staat en vinden werk in de Joodse dorpen in Samaria en Judea en ook elders in Israël. Een mooi voorbeeld was de samenwerking tussen Arabieren en Joden is het bedrijf Soda Stream op een industrieel park in de buurt van Maale Adumim. Hier werkten maar liefst 1000 Arabieren zij aan zij met Joodse werknemers. Het bedrijf verschafte hen een baan en een maandsalaris van 1100 euro. SodaStream is echter onder druk van de BDS-beweging naar Beersheva verhuisd, waardoor de Palestijnse werknemers en hun families hun werk zijn kwijtgeraakt. Nu verdienen ze nog maar 250 euro, als ze al werk vinden onder bestuur van Abu Mazen en trawanten. Velen kunnen nu hun financiële verplichtingen niet meer nakomen.

soda18aJoden en Arabieren waren zij aan zij aan de slag bij Soda Stream

Zij zeggen dat de Joodse dorpen eerder een zegen dan een vloek voor hen zijn en vinden dat Samaria en Judea in geen geval in handen van de PLO mogen vallen en zeggen al ,,helemaal geen onafhankelijke Palestijnse staat te willen”  en zeggen dat een dergelijke staat rampzalig zou zijn, en dat ze liever onder Israëlisch bestuur blijven. Uit een onderzoek in juli 2012, is gebleken dat de meeste Arabische inwoners van Israël zich niet als 'onderdrukt' en 'levend onder apartheid' beschouwen. In het Midden-Oosten leven ruim 350 miljoen Arabieren, onder voornamelijk dictatoriale corrupte regimes. Slechts 1.658.000 Arabieren genieten volledige politieke en religieuze vrijheid en dat is in Israël. In de Joodse staat worden ze als volwaardige burgers beschouwd en hebben ze het recht te stemmen tijdens democratische verkiezingen.

In een jaarlijkse opiniepeiling die de Universiteit van Haifa publiceerde, bleek dat een duidelijke meerderheid (68,3%) van de Arabieren liever in Israël woont dan in enig ander land in de wereld. Eenenzeventig procent van de Arabische respondenten noemde Israël alleen een goede plek om te wonen, terwijl 60 procent Israël als 'vaderland' omschreef. Bijna een zelfde percentage heeft er geen probleem mee, dat de openbare instellingen en het karakter van het land worden bepaald door het Jodendom. Ruim 3500 niet-Joodse vrijwilligers verrichten werkzaamheden bij de Nationale Dienst in Israël. Hiervan is 72 procent moslim, 18 procent zijn Druzen en 10 procent zijn christenen. Ze spelen onder meer een actieve rol bij de politie, brandweer, medische diensten, scholen en kleuterscholen. 85 procent krijgt daarna een baan en integreren volledig in de Israëlische samenleving. De “Bende van Ramallah”,de Verenigde Naties, diverse wereldleiders en allerlei linkse anti-Israël lobbyisten proberen allemaal het leven voor de Arabieren in Israël af te schilderen als onderdrukkend. Maar telkens blijkt dat de feiten hun theorie niet steunen.

De praktijk laat zien dat steeds meer jonge islamitische en christelijke Arabische meisjes in Israëlische militaire dienst gaan. Hun ouders zijn het daar lang niet altijd mee eens en sommigen worden het huis uit gestuurd, maar toch gaan ze. Ze worden echter door het leger goed opgevangen.Een gelovige moslima die opgroeide in een Joodse wijk besloot bij het leger te gaan nadat ze al haar buren ook in dienst zag gaan. 'Het leger is een belangrijk deel van het leven van iedereen in mijn buurt,' legde ze uit. 'Ik wilde gewoon in dienst zoals ieder ander. Ik wil iets teruggeven aan Israël, mijn land.'Een andere moslima groeide eveneens op in een Joodse wijk. 'Mijn hele leven ben ik met Joodse meisjes naar school gegaan, dus wilde ik de middelbare school afronden en in het leger gaan, net als mijn vriendinnen,' vertelde ze.
'Ik heb me nooit geschaamd voor mijn (moslim)geloof, zelfs niet in het leger. Ik wilde in dienst omdat het mijn plicht is mijn land te dienen en te verdedigen,' voegde ze nog toe. 'Ik wilde dienen op een manier die significant bijdraagt.'

Op 13 januari 2012, had Yishai Fleisher, redacteur van JewishPress, tijdens een inhuldigingsceremonie van Paratroopers van het Israëlische leger (IDF), een ontmoeting met Moslims en Arabieren  die zeggen er trots op te zijn om als soldaten in het Israëlische leger te dienen. Joden, Arabieren, Shi’itische moslims, Druzen en Bedoeïenen, allemaal samen in het Israëlische leger.

Joden, Arabieren, Shi’itische moslims, Druzen en Bedoeïenen, allemaal tesamen in het Israëlische leger.

Volgens  Sjeik Abu Khader Dschabari heeft de wereld geen enkel idee van wat er in werkelijkheid leeft onder de bevolking in de gebieden die onder controle van het PLO-bewind staan.“Een eventuele erkenning van een Palestijnse staat door de VN, zal noch de Arabieren in deze gebieden, noch de Israëli’s iets positiefs brengen.” Dschabari noemt de mooiste jaren van zijn leven de tijd voordat de omstreden Oslo-Akkoorden in werking traden. “Destijds hadden wij het onder Israëlische leiding vele malen beter, in het bijzonder op financieel gebied. Vandaag hebben wij in de gebieden die onder controle van het bewind in Ramallah staan, een werkloosheid van 40 procent.”

Volgens  Dr. Qanta Achmed, een prominente islamitische schrijfster en arts in New York is Israël het enige land in de regio, dat minderheden niet alleen tolereert, maar ook integreert en daarmee het meest tolerante land in de regio genoemd kan worden. Dr. Achmed deed haar uitspraak op 22 mei 2013 in het Menachem Begin Herritage Center in Jeruzalem over de toenemende vervolging van minderheden in het hele Midden-Oosten als gevolg van de Arabische ‘lente’.Zij is een uitgesproken criticus van de radicale Islam en de leugens die het spreekt tegen Israël en het Westen. Wat dr. Achmed het meest verbaasd is dat de westerse media niet of nauwelijks iets openlijk over de vervolging van minderheden publiceren, vooral als het om christenen in Arabische landen gaat. Intussen wordt de waarheid over Israël genegeerd, en zelfs bedekt met schandalige leugens. Het is veelzeggend, merkte dr. Achmed op, dat Israël 'de enige plaats in de regio is waar ik deze rede kan houden.' Een christen meisje uit de plaats Nazareth zei:  "Wanneer ze zeggen dat Israël een bezetter is, dan is deze bezetting in contrast met andere bezetters een paradijs. Ik wil vechten voor Israëls zaak, en ik zou graag zien dat het land van onze voorvaders bevrijd wordt van de werkelijke bezetters. 

 

Ook Rania Fadel – een Israëlisch-Arabische studente – en vrijwilligster voor de organisatie Stand with Us, neemt het op voor de democratie van Israël. Rania windt er geen doekjes om: “Apartheid in Israël bestaat niet – dat is een leugen,” zegt ze. “Kom naar Israël en zie met je eigen ogen hoe het echt is.”

 

Klik ook eens op deze video waarin moslimvrouw, Sarah Zoabi, de waarheid over Israël bekend aan haar Arabische broeders. 'Ik geloof met mijn hele hart in een soevereine staat in het heilige land Israël. Dat is een recht dat God aan het Joodse volk beloofde en gaf – niet een gunst. Het recht van het Joodse volk op het land Israël – het Beloofde Land – staat geschreven in de heilige boeken van de drie monotheïstische religies.'

Boshra Khalaila, een Israëlische-Arabische studente: “Ik ben getrouwd en bezig met een master’s degree. Ik ben een liberale, vrije vrouw, met alle mogelijke rechten. Ik vergelijk mezelf met andere vrouwen van mijn leeftijd in Jordanië, de Palestijnse gebieden, Egypte, welk Arabisch land dan ook. Zij hebben niet de rechten die ik heb: vrijheid van meningsuiting, het recht om te stemmen. Ze worden gedwongen om op jonge leeftijd te trouwen. Zij dragen verplicht religieuze hoofdbedekking, onafhankelijk van hun eigen overtuiging. Bij mij is het het tegenovergestelde, ik heb alles .”

Aatef Karinaoui, een Israëlisch-Arabische politicus: “Israël is een prachtig land voor Arabieren. Het is de enige democratie in het Midden-Oosten. Kijk naar wat de Arabieren aan het doen zijn met elkaar in het hele Midden-Oosten. We willen ons hier niet langer mee bezig houden. Mensen willen vooruit komen binnen de staat Israël. We willen bewijzen dat we loyale en trouwe burgers zijn. Ik ben een trotse Arabier en ook een trotse Israëli. Ik ben geen Palestijn.”

Ismail Khaldi, de eerste Bedoeïen die als diplomaat diende in het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Israël: “De Bedoeïenen in Israël vormen een voorbeeld van de bijdrage die men kan geven aan deze democratische en vrije staat, dat is waarom wij [de Bedoeïenen] er trots op zijn hier een deel van uit te maken. Ik ben een trotse Israëli – samen met vele andere niet-Joodse Israëli’s, zoals Druzen, Bahai-aanhangers, Bedoeïenen, christenen en moslims, die in een van de meest cultureel gevarieerde samenlevingen en de enige echte democratie in het Midden-Oosten wonen.
De Israëlische samenleving is verre van perfect, net als die van andere landen. Maar laten we eerlijk zijn, welke maatstaf die u ook kiest – onderwijskansen, economische ontwikkeling, vrouwen-en homorechten, vrijheid van meningsuiting en van vergadering, vertegenwoordiging in de wetgeving – Israëlische minderheden zijn hier veel beter af dan in elk ander land in het Midden-Oosten”.

Zodra er ernstige ziektes optreden binnen de familie van de Palestijnse terreurleiders, roepen ze de hulp in van Israël om behandeld te worden in Israëlische ziekenhuizen. Niemand wordt geweigerd! Israël houdt zelfs een speciale corridor open voor het vervoer van medische patiënten vanuit Gaza, en ongeveer 200 leden medisch personeel leggen minstens elke maand een bezoek af aan Gaza om daar patiënten te helpen. Zo deed Hamas Minister van Binnenlandse Zaken Fathi Hamad, een beroep op Israël zijn drie jaar oude dochter te behandelen. Het meisje werd vervolgens in een Israëlisch ziekenhuis in Ashkelon geopereerd nadat een hartoperatie uitgevoerd in Jordanië was mislukt en haar leven in gevaar was. De Israëlische doctoren zijn erin geslaagd haar leven te redden en ze is volledig hersteld. De kleindochter van Hamas terreurleider Ismail Haniyeh heeft ook een medische behandeling in Israël ondergaan. Ook vinden er met regelmaat evacuaties van medische noodgevallen plaats naar Israëlische ziekenhuizen. De Hadassah Medical Organization in Jeruzalem doneert jaarlijks 3 miljoen dollar hulpgelden om Arabieren te behandelen in Israël. Ook de zwager van landrover Abu Mazen (Mahmoud Abbas) onderging een levensreddende operatie in het Assuta Medisch Centrum in Tel Aviv net als zijn vrouw Amina.

Arabieren in het Israëlische leger

Een toenemend aantal jonge Arabieren dient vrijwillig in het Israëlische leger. Sommigen dragen zelfs ​​een zilveren Davidsster om hun nek. Ze laten zien, dat het stereotype van een verdrukte minderheid, dat de wereldmedia hen opdringen, niet juist is. 'Het land helpt ons en ik zal een goede toekomst krijgen,' vertelde sergeant Saleh Khalil, 20, in een zeldzaam interview met actieve gevechtssoldaten. Khalil behoort tot die sector van de Arabische moslimgemeenschap die gelooft dat ze ook verantwoordelijkheid voor de staat dragen.'Ik heb dienst genomen om bij te dragen aan het land, omdat ik in dit land leef,' zei hij. Zijn collega, sergeant Yusef Salutta (20), ging daarin nog een stap verder. 'Waarom heb ik besloten om dienst te nemen? Omdat ik in dit land woon en ik van het land houd en eraan wil bijdragen,' zei hij tegen verslaggevers. 'Iedereen zou dienst moeten nemen iedereen die hier woont zou in dienst moeten gaan.' En voor Salutta waren het niet alleen maar woorden.

Mustafa Tabash is tankcommandant in het Israëlische leger. Er dienen zo’n duizend bedoeïenen in het leger, voornamelijk als spoorzoeker of verkenner in het speciale bataljon van verkenners. Tabash wist al op de middelbare school dat hij in militaire dienst wilde. Mustafa kwam bij de pantsertroepen terecht. In de zevende brigade was hij een tijdlang schutter. Op de website van het Israëlische leger zegt hij: ‘Deze post vervul ik met plezier, want de schutter moet het sterkst zijn van een pantserbemanning. De opleiding tot pantsercommandant is geen kleinigheid. Er worden hoge eisen aan je gesteld en je bent veel in het veld. Tabash zegt dat zijn familie trots op hem is. ‘Mijn kleine broertje adoreert me, als ik in uniform en met mijn geweer thuiskom.’Tabash heeft zijn volgende doel al in het vizier: Hij wil officier van de pantserbrigade worden.

Shirin Shlian, een 20-jarige soldate van het IDF, is afkomstig uit één van de Arabische dorpen van Galilea.Haar baan bij het Israëlische leger is om middelbare scholieren aan te moedigen om zich in te schrijven – en nog beter: om dienst te nemen in de gevechtseenheden van het IDF. Terwijl vele Joodse jongens hun best doen om de militaire dienstplicht te ontduiken, klinkt het verhaal van de Shlian familie haast ongelooflijk. Shirin is trouwens niet de enige die in het IDF dient; haar broer is een majoor in een gevechtseenheid en een andere broer doet dienst bij een Grens Bewakingseenheid. “Vele Arabieren en Joden vragen me waarom ik bij het IDF ben gegaan,” vertelt Shirin aan haar vrienden in Illit, een stadje gelegen ten noorden van Nazareth. “Vooral Joden die horen dat ik een Arabische ben, begrijpen niet wat ik hier in het leger kom doen en waarom ik me liet aanwerven. “Het zal wellicht liggen aan de goede opvoeding die ik van thuis uit heb gekregen. Ik glimlach naar iedereen en ik discuteer met niemand.

Zij zegt trots te zijn in het Israëlische leger te dienen.

Shirin nam deel aan een cursus voor instructeurs van jongeren. Als deel van haar baan, bezoekt zij middelbare scholen in Nazareth Illit en praat er met scholieren over aanwerven in het leger. “Ik geef de studenten les over de eerste meldingsplicht, dienstneming bij het IDF en de banen die het leger aanbiedt. Daarnaast voer ik persoonlijke gesprekken met elke student met het doel hen aan te moedigen om de significante en zinvolle bijdrage te leveren aan hun militaire dienst. “De studenten applaudisseren voor mijn besluit om me vrijwillig aan te melden en dienst te nemen bij het leger en alzo mijn bijdrage te leveren tot de Staat.” Desalniettemin – en om veilig te spelen – verwisselt Shirin haar uniform en draagt gewone burgerkleren als ze naar huis terugkeert, om te voorkomen dat ze lastig wordt gevallen door hen die haar houding afkeuren. Alhoewel, zegt ze “Ik ben voor niemand bang. Ik heb geen enkele bedreiging ontvangen.” Shirin besluit: “Ik ben zeer trots op mijn militaire dienst. Ik heb er altijd van gedroomd om bij het IDF te gaan en een bijdrage te willen leveren aan mijn land.”

Burgemeester Shimon Gapso van Nazareth Illit heeft slechts goede dingen over haar te vertellen: “Soldaat Shirin geeft hiermede het goede voorbeeld. Er zijn in Nazareth Illit nog veel meer anderen zoals zij, een stad die de coëxistentie symboliseert tussen alle partijen.”

De moslim Siad Churani uit het Arabische dorp Aqabara, in de buurt van Safed zegt er trots op te zijn in het Israëlische leger te dienen.. Hij komt uit het Arabische dorp Aqabara, in de buurt van Safed. Hij draagt het insigne ‘uitmuntend militair’. "Veel mensen verbazen zich erover dat ik bij de elite-eenheid Golani in het Israëlische leger dien. Maar ik vind dat ik in een land woon, dat mij veel heeft gegeven." Siad hoort bij het groeiend aantal Arabische Israëlische staatsburgers dat zich aanmeldt bij de IDF, het Israëlische leger. Net als Ittai, uit II Samuël 15:19. Ittai was een soldaat eersteklas in het leger van David. Maar hij was ook een Gatiet, dus afkomstig uit een van de Filistijnse steden. Ittai hoorde bij de zeshonderd mannen die loyaal bleven aan David en wegvluchtten uit het leger van Absalom. In het zomernummer van 2010 schreef de redactie van Israël Today al dat de interesse voor een dienstverband in het leger stijgt onder de in Israël wonende Arabieren.

In het begin hadden zijn Joodse kameraden hem nog een beetje argwanend gevraagd hoe hij als Arabier dacht te kunnen functioneren bij een elite-eenheid als de Golani. Nu zegt hij: ,,Ik geniet ieder ogenblik van het contact met mijn medesoldaten. Er is geen spoortje onderscheid te vinden tussen mij als Arabier en de Joodse soldaten. Integendeel, telkens als ik op verlof ben, verlang ik terug naar mijn kameraden.” Ook zijn medesoldaten spreken lovend over Siad. Het lukt hem ook om zijn islamitische buren te overtuigen van de noodzaak van een sterk Israëlisch leger. En dat doet hij zo goed, dat jonge Arabieren zijn voorbeeld volgen. Siad: ,,Ik vind het belangrijk dat ook Arabieren in het Israëlische leger dienen. Israël is het land waarin wij als Joden en Arabieren samen wonen. Daarom moeten we het ook samen verdedigen.”

En dan is daar nog de 21-jarige (2013) Monalisa Abado, een Israëlisch-Arabische vrouw die zich inlijfde bij het Israëlische leger (IDF). Zij dient in de Karakal eenheid, één van de Israëlische elite anti-terrorisme eenheden. Bovendien draagt zij de legendarische rode legerlaarzen die enkel gedragen mogen worden door Israëls meest elitaire gevechtseenheden, het Israëlische equivalent van de Amerikaanse SEALS en Groene Baretten elite eenheden.Monalisa gaat voor een opleiding tot commandant van een eenheid.

Monalisa Abado dient in één elite anti-terrorisme eenheid

Tijdens een speciale bijeenkomst ter gelegenheid van het Loofhuttenfeest in de loofhut van Generaal Ashkenasi, vertegenwoordigde de eerder genoemde Siad Churani zijn medesoldaten van de Golani-eenheid. "Het was een grote eer voor mij", zegt Siad glunderend. Hij draagt het insigne van een ‘uitmuntend militair’. In het begin hadden zijn Joodse kameraden hem nog een beetje argwanend gevraagd hoe hij als Arabier dacht te kunnen functioneren bij een elite-eenheid als de Golani. Nu zegt hij: ,,Ik geniet ieder ogenblik van het contact met mijn medesoldaten. Er is geen spoortje onderscheid te vinden tussen mij als Arabier en de Joodse soldaten. Integendeel, telkens als ik op verlof ben, verlang ik terug naar mijn kameraden.” Ook zijn medesoldaten spreken lovend over Siad.

Vader Joessef zegt trots: ,,Ze vertrouwen hem blindelings, hoe moeilijk de militaire operatie waar ze aan deelnemen ook is. Ik kan dat zelf goed begrijpen. Ook in mijn eigen diensttijd in de jaren tachtig, en later als reservist, heb ik steeds weer zij aan zij met islamitische infanteriesoldaten gewerkt. Onder andere in de Zuid-Libanese veiligheidszone en aan de Egyptische grens.” Het weekend brengt Siad Churani het liefst thuis door in zijn dorp. Een soldaat mag niet te veel vertellen over zijn militaire opdrachten. Maar toch lukt het Siad om zijn islamitische buren te overtuigen van de noodzaak van een sterk Israëlisch leger. En dat doet hij zo goed, dat jonge Arabieren zijn voorbeeld volgen. Siad: ,,Ik vind het belangrijk dat ook Arabieren in het Israëlische leger dienen. Israël is het land waarin wij als Joden en Arabieren samen wonen. Daarom moeten we het ook samen verdedigen.”

 (*)Nisreen Abdel Nabi uit Beit Hanina in het oostelijk deel van Jeruzalem, schreef in augustus 2009 een brief aan Israëls minister van Buitenlandse zaken Avigdor Lieberman, dat in besloten kring veel Arabieren in Judea en Samaria positief over Israël spreken. In een gesprek met Israel Today noemt Nisreen PLO-leider Abu Mazen en zijn regering dieven en leugenaars. ,,Ik zie geen verschil tussen Hamas en dit bewind. Ga maar eens naar de dorpen en praat met de mensen daar. Dan zul je vanzelf ontdekken wat zij van Abu Mazen en zijn kliek vinden. Het volk haat zijn regering. Wij storen ons niet aan Joodse nederzettingen en pioniers. Integendeel, wij kunnen met de meesten van hen heel goed overweg. Bovendien verdienen veel Arabieren hun inkomen in deze nederzettingen. Geloof me, veel Arabieren in Samaria en Judea verlangen terug naar het Israëlische bestuur. Dat ging veel respectvoller met ons om dan het PA-bewind. Niet de Israëlische agenten en soldaten van destijds, maar de PA-politie van nu zijn een verschrikking.”

Nisreen: ,,De haat propaganda tegen Israël en tegen de Joden begint op de PA-scholen in het oostelijk deel van Jeruzalem en in de gebieden die onder controle van het PA-bewind staan. Arabische kinderen worden overspoeld met haat tegen hun Joodse buren. Arabieren veranderen pas van houding tegenover Joden en Israëli’s als ze hen persoonlijk kennen. Dan merken ze dat het geen duivels zijn.”

De Druzenbevolking van Israël vierde begin juni 2013 dat veertig jaar geleden een speciale elite infanterie-eenheid werd opgericht voor leden van deze gemeenschap die dienst namen bij het Israëlische leger. Israël stelt officieel minderheidsgroepen vrij van verplichte militaire dienst, maar kort na de moderne wedergeboorte van de Joodse Staat eisten de leiders van de Druzengemeenschap dat Israëls eerste premier, David Ben Gurion, ook hun jongemannen zou oproepen voor dienstplicht. Sindsdien zien de Druzen zich als bloedbroeders met de Joden bij de verdediging van de Staat Israël. Die toewijding is nergens duidelijker te zien dan in het Herev Bataljon, een elite Druzen infanterie-eenheid belast met de bewaking van de noordelijke grens van Israël en de voorbereiding van de komende oorlog tegen Hezbollah en Syrië. Ter gelegenheid van de oprichting van het Herev Bataljon in 1973 hielden leden van de Druzengemeenschap parades en feestelijke bijeenkomsten in heel Galilea. 'Ik ben al twee en een half jaar in het Herev Bataljon', vertelde een jonge Druzen soldaat op de IDF-website. 'Dit is een grote gebeurtenis. Alle vertegenwoordigers van het bataljon, de huidige en de vroegere, zijn hier, en het is ontroerend naar hen te luisteren'. Een van de eersten, naar wie de soldaten luisterden, was Sheik Jihad Kablan, een van de eerste militaire leiders van de Israëlische Druzen, die persoonlijk huis-aan-huis ging om jonge Druzen te rekruteren voor de nieuw gevormde IDF tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog in 1948. Israël respecteert de rechten van haar Arabische burgers

moslim faithUit een studie van de Harvard universiteit uit 2008 bleek dat 77 procent van de Israëlische Arabieren nergens anders zou willen wonen. Het negatieve beeld dat het voor Arabieren verschrikkelijk zou zijn om onder Joodse overheersing te leven, wordt met deze onderzoeken weerlegd. Er is een Bijbels gebod waar veel Israëlische Joden zich aan houden: ,,Iemand die als vreemdeling in jullie land verblijft, mag je niet onderdrukken. Behandel vreemdelingen die bij jullie wonen als geboren Israëlieten.”(Leviticus 19:33). (*)Bron: Israel Today, oktober 2009.

Arabische Christen-soldaat: IDF is meest morele leger

In toenemende mate wordt getracht het regeringsbeleid van Israël en het gedrag van zijn leger, de Israel Defense Forces (IDF), te besmeuren. Als reactie reageren steeds meer leden van minderheden en soldaten, die de halve waarheden en regelrechte misleidingen die door de tegenstanders van de Joodse Staat worden gebruikt, ontmaskeren. Onder hen is Yoseph Haddad, een 33-jarige Arabische Israëlische christen uit Nazareth die trots in de IDF diende tijdens de Tweede Intifada en de Tweede Libanon Oorlog. Haddad: 'Ik moet mijn zwijgen verbreken. Ik diende in de IDF tijdens de Tweede Intifada. Het was een moeilijke tijd. Ik stond ook bij controleposten, stond op wacht, arresteerde mensen en vocht in de Tweede Libanonoorlog. Als Israëlische Arabier en IDF-soldaat in de Golani Brigade heb ik samen met andere Israëli's gediend: Joden van alle achtergronden, Druzen en Bedoeïenen. We waren allemaal gelijk, we waren allemaal broers die zij aan zij vochten en ik kan getuigen dat ik diende in het meest humane en morele leger ter wereld, met de hoogste ethische code en menselijke waarden. De IDF is een leger dat zich inhoudt om levens te redden en ervoor te zorgen dat onschuldige mensen niet gewond raken, ook als hierdoor de militaire operatie gecompliceerd wordt.'

Aantal Christen-Arabieren in leger neemt sterk toe

Ook christenen dienen in het Israëlische leger. Zo is Yasmin Chayach de eerste vrouwelijke Arabisch sprekende christin die de officiersopleiding van het Israëlische leger heeft afgerond. Chayach volgde de familietraditie door vrijwillig in dienst te gaan bij de IDF, omdat haar broer voor haar ook een trotse Israëlische soldaat was. Het gezin Chayach is onderdeel van een groeiende beweging van jonge Arabisch-sprekende Israëlische christenen die er voor kiezen om nationale dienst te verrichten. Veel van deze jongeren zijn gaan begrijpen dat – in tegenstelling tot wat gewoonlijk in de Arabische wereld wordt geleerd - dat Israël niet hun vijand is, maar eerder hun veilige haven. Om die reden verlangen zij er steeds meer naar om te integreren in de Israëlische Joodse samenleving en sterke, loyale en productieve burgers van de Staat te worden. De promotie van Chayach wijst ook op de wijdverbreide aanwezigheid van vrouwen in het Israëlische leger.

De Grieks-orthodoxe priester Gabriel Naddaf uit Nazareth heeft in Geneve de Raad voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties opgeroepen om eens een eind te maken aan de ‘heksenjacht’op Israël. Israël is het enige land in het Midden-Oosten waar christenen veilig kunnen wonen, zo benadrukte hij.

Pater Naddaf met enkele Israëlische christelijke militairen voor een kerstviering.

Te midden van toenemende discriminatie – en zelfs gewelddadigheden – tegen christelijke minderheden in het gehele Midden-Oosten, leidt een klein programma in Israël ertoe dat het aantal christelijke Arabische Israëli's, die zich vrijwillig voor militaire dienst melden, sterk toeneemt, met als doel deze minderheid in de meerderheid van de maatschappij te integreren.Met steun van de 'International Fellowship of Christians and Jews' heeft het Israeli Christians Recruitment Forum, onder leiding van pater Gabriel Naddaf uit Nazareth, zich er zodanig voor ingezet, dat het aantal christen-Arabieren, dat vrijwillig dienst neemt in het Israëlische leger (IDF), van 40 in 2012 is toegenomen tot 100 in 2014. Alleen al in maart 2015 vierden 102 christen-Arabieren via het Forum hun militaire opkomstceremonie.Pater Naddaf hoopt dat een aantal van de 165.000 Arabische christenen, die hij liever Israëlische christenen noemt, zullen volgen en zich ermee identificeren, en zo als patriottische Israëli's worden gezien en niet als staatsvijanden.

Hoezo Apartheid? Joden en Arabieren samen aan het winkelen

Opgevoed om te haten

De volgende tekst is afkomstig uit  www.israeltoday.nl juni 2013.

In Egypte heette ze Roulin Abdallah, nu heet ze Dina. Als klein meisje voelde ze zich al anders dan andere meisjes. ‘Ik werd onderwezen uit de Koran en vroeg mij steeds af waarom ik die dingen leerde.’Ze wilde absoluut geen sluier dragen, en daarom stuurden haar ouders haar naar een christelijke school.Toen ze 15 jaar was, brak voor Dina de dag der waarheid aan. Op die dag zat ze te blokken voor haar geschiedenistoets, haar broer deed met een neef een computerspelletije en haar moeder en tante zaten met elkaar te praten. Plotseling klonken er schoten en hoorden ze mannenstemmen die schreeuwden ‘Eliat el Jahud’(Waar zijn de Joden?) Dina weet nog dat ze bij zichzelf dacht: Over wie hebben die het nou? Noemen ze ons Joden? De deur vloog open en vijf gemaskerde moslims drongen het huis binnen en sloegen haar moeder bewusteloos. Ze schoten wild om zich heen, en Dina was doodsbang. De radicale islamisten eisten dat de hele familie binnen drie dagen het land zou verlaten. In de tussentijd mochten ze het huis niet uit. Dina zegt: ‘Als dit was gebeurd na de recente volksopstand in Egypte, dan hadden ze ons beslist doodgeschoten.’

Haar grootmoeder riep de familie bij elkaar en onthulde het geheim: ‘We zijn Joden en moeten het land verlaten. We gaan naar Israël.’Het kosste Dina nog lange tijd om deze plotseline verandering te verwerken. Ze zegt hierover: “Mijn vader had ons geleerd ieder mens te respecteren. Maar op school leerde ik te haten. Toen in Israël de intifada uitbrak, ben ik met een Palestijnse vlag de straat op gegaan.’ De reis ging via Istanboel, waar familie van hen woonde,onder wie zelfs een rabbijn. ‘Ik verstond de taal niet, maar ik had wel vrede in mijn hart.’Dina’s familie woont nu in Jeruzalem, en heeft de achternaam veranderd in Obadjah, wat niet alleen bijna hetzelfde klinkt als Abdallah, maar ook ongeveer hetzelfde betekent.

Dina Obadjah

Dina zit in militaire dienst. Als communicatiemedewerker verzorgt ze in het Arabisch berichten op twitter, facebook en youtube. Het is haar taak om aan Arabieren over de hele wereld de waarheid over het Israëlische leger bekend te maken. De positieve e-mailreacties die ze zelfs uit Saoedi-Arabië en Egypte krijgt, verheugen haar zeer. Ík droom ervan om in uniform Egypte te bezoeken en mijn vrienden daar de waarheid over Israël te vertellen.’

Voormalig moslimterrorist Zacharia Anani liet op 8 december 2005 zijn stem horen op de Princeton Universiteit in de Verenigde Staten. Hij groeide op in Libanon en vertelde hoe hij leerde Israël te haten. Hij werd in de zeventiger jaren christen, maar zelfs in die hoedanigheid betekenden de Joden niets voor hem. Hij begon de Joodse geschiedenis te bestuderen en was diep geschokt te lezen hoe de Joden eeuwenlang hebben geleden. ,,Er trad een verandering op in mijn hart. Ik ontdekte dat Israël beschermd diende te worden omdat God met Israël is. Zij hebben alle oorlogen gewonnen omdat God met hen was. Satan zal geleidelijk aan alle natiën aan zijn kant weten te krijgen in zijn strijd tegen de kinderen van Israël. Het is door de hand van God dat de staat Israël miraculeus is herboren en het is Gods Machtige Hand die Israëls vijanden keer op keer in het stof doen bijten. God wil niet dat Israël vernietigd wordt en de duivel en zijn immense aanhang zullen daarom falen. De profeet Zacharia zegt dat er een moment zal komen in de toekomst dat de God van Israël alles in het werk zal stellen om de volken uit te roeien die tegen Jeruzalem oprukken.”

Een andere Arabische stem is die van Brigitte Gabriël een  overlevende van Arafats moordmachine in Libanon. In een gehouden toespraak aan de Duke Universiteit, vertelde zij over haar leven in Libanon waar haar werd geleerd dat Joden duivels waren die men de zee in moest drijven. Zij vertelde over de door moslims aangerichte slachtpartijen onder christenen, dorp na dorp en van haar 10e tot haar 17e in een schuilkelder te hebben geleefd verstoken van elektriciteit, gebrek aan voedsel en water. Het was Israël die haar te hulp kwam. Haar moeder was gewond geraakt door een granaatscherf en opgenomen in een Israëlisch ziekenhuis voor behandeling. Toen zij in het ziekenhuis aankwamen zag zij honderden gewonde mensen, Arabieren, christenen en Israëlische soldaten, bij elkaar liggend op de vloer. De artsen hielpen iedereen aan hun verwondingen. De artsen keken niet naar religie of wat hun politieke achtergrond ook was. Zij vertelde dat zij voor de eerste keer in haar leven met een menselijke eigenschap geconfronteerd werd die zij in haar cultuur nog nooit had meegemaakt. Zij zag hoe de Israëli’s het leven van anderen respecteerden- hoe zij liefde voor hun vijanden konden opbrengen, zelfs in hun meest moeilijke momenten.

Zij begon zich te realiseren dat zij altijd had geluisterd naar gefabriceerde leugens van haar overheid over de Joden en Israël. Stel je voor zei ze, dat je als jood zo in een Arabisch ziekenhuis zou belanden, je zou gelyncht worden, op de grond worden gesmeten met mensen om je heen die van vreugde zouden schreeuwen: "Allahu Akbar". Dat zou door het ziekenhuis galmen en de omliggende straten. ,,Het verschil tussen de Arabische wereld en Israël is het verschil in karakter en respect voor het leven. Het is barbarisme tegenover beschaving! Het is dictatuur tegenover democratie. Het is het kwade tegenover het goede. Het is duidelijk dat het Arabische terrorisme niets te maken heeft met "wanhoop door bezetting", maar puur door het bestaan van de Joodse staat. Het wordt tijd dat iedereen opstaat om de staat Israël te verdedigen, het land dat ligt aan de frontlijn van het terrorisme.”

Al vele jaren horen we dat de islam een vreedzame religie is, maar dat die is 'gekaapt' door extremisten, terwijl de meeste moslims vreedzame mensen zijn. In deze video beantwoordt Brigitte Gabriel, een christen en leider van Act For America,  de vraag van een moslima over de negatieve reputatie van de moslims.

Wie wil er nog deel uitmaken van een cultuur waar het leven veracht wordt en waarvan enige beschaving geen sprake is. Dus is het niet echt vreemd dat grote aantallen Arabieren er voor kiezen in het beschaafde Israël te willen wonen. Het zijn de wereldleiders die in belangrijke mate mede de oorzaak zijn van alle ellende. Zij hebben meegeholpen een volk uit het niets te creëren en deze een land toe te wijzen dat meer dan 3000 jaar eigendom is van de kinderen van Israël. Ze hebben meegeholpen de haat en de terreur tegen het Joodse volk te financieren. Ze hebben Israël onder druk gezet land aan dit corrupte en misdadige, donorgelden stelende bewind over te dragen.

Kasim Hafeez, een als Brit geboren moslim van Pakistaanse afkomst, haatte Israël en de Joden. Hij stond op het punt naar Pakistan af te reizen om daar een terreuropleiding te volgen. Zijn wereldbeeld over Israël en het Joodse volk veranderde drastisch nadat hij het boek ‘A Case for Israel’ van Alan Dershowitz had gelezen. ‘Ik beschouwde dat boek als zionistische propaganda, maar ik wilde het wel lezen.’ Dat boek raakte hem zodanig dat alle mythen over Israel en de Joden waarmee hij was opgegroeid, verdwenen. Hij zocht naar moslimbronnen om de inhoud van het boek te weerleggen, maar hij vond ze niet. Vervolgens ging hij naar Israel, om daar met eigen ogen het ‘fascisme, racisme en de apartheid’ te aanschouwen. ‘Hoewel ik op het vliegveld Ben Gurion eerst acht uur werd vastgehouden, werd ik toch behandeld met respect. De veiligheidsbeambte verontschuldigde zich en gaf me koffie en koekjes.’ Eenmaal in Israel ontdekte hij dat de mensen vriendelijk en behulpzaam zijn. Wat een contrast met de religieuze pelgrimsreis die hij en sommige van zijn familieleden eerder maakten naar Mekka. Diepe indruk maakte zijn bezoek aan de Klaagmuur. ‘Ik zag christenen moslims en joden vrij en in vrede naar hun plaatsen van aanbidding gaan. Ik moest huilen en kreeg liefde in m’n hart.’

De grote wens van Alisa Sheldon was om naar Israël te gaan en dienst te nemen in het Israëlische leger. Toen ze 15 jaar was, bezocht ze Israël voor de eerste keer voor een academisch semester, als onderdeel van haar opleiding in Los Angeles. Het semester duurde vier maanden, maar ze bleef daarna nog drie maanden. In die tijd kreeg zij het gevoel dat Israël haar thuis was. In maart 2016 was het zover en ging zij deel uitmaken van het bataljon ‘Leeuwen van de Jordaanvallei’. De commando opleiding vond Alisa moeilijk en daarnaast was zij vijf tot zes jaar ouder dan de meeste jonge mannen en vrouwen van de gevechtseenheid waar zij werd ingedeeld. De leden van de gevechtseenheid werden in mei 2016 beëdigd. Het bataljon zal de grens met Jordanië verdedigen en zorgen voor veiligheid in de Jordaanvallei.

Alisa Sheldon

In Leviticus 19:33-34 staat een Bijbels gebod. En wanneer een vreemdeling bij u in uw land vertoeft, zult gij hem niet onderdrukken. Als een onder u geboren Israëliet zal u de vreemdeling gelden, die bij u vertoeft; gij zult hem liefhebben als uzelf, want gij zijt vreemdeling geweest in het land Egypte. Dat is waar Israël zich aan houdt.

Verzoening begint met een omhelzing

Toen begin december 2016  in de Knesset de huldiging plaatsvond van EHBO-ers en mensen van Search & Rescue, gebeurde er iets opmerkelijks dat je misschien alleen in Israël kunt verwachten. Knessetlid Yehuda Glick van de Likoed-partij, die twee jaar geleden het slachtoffer werd van een Palestijnse terreurdaad, liep het podium op en omhelsde Kabahah Muawhiya, een Israëlische Arabier, die als vrijwilliger werkt bij de EHBO. Glick is een van de leidende figuren die zich inzetten voor het terugbrengen van het Jodendom op de Tempelberg. Hij wordt daarom door velen als ‘vijand van de vrede’ gezien, en zeker niet als vriend van moslims. Muawhiya, een moslim uit Noord-Israël, werkt als vrijwilliger bij de medische eerste-hulpdienst United Hatzalah. Hij was uitgenodigd om het woord te voeren uit naam van de vele Arabieren die bij United Hatzalah vrijwillige dienst verlenen. Ze helpen vakkundig mee aan het redden van het leven van zowel Arabieren als Joden.

Terwijl Muawhiya vertelde dat niet alleen vrijwilligers, maar de hele organisatie van zowel successen als mislukkingen leert, liep Glick juist het gangpad af naar zijn stoel op de eerste rij. Voor iedereen hoorbaar zei hij, terwijl hij in de richting van Muawhiya wees: ‘Ik ben een van slachtoffers van zo’n misser, maar deze man en zijn collega’s zouden mij direct gered hebben, ongeacht mijn achtergrond.’ Muawhiya kaatste gevat de bal terug en zei: ‘Dit moment zou nog interessanter zijn als ikzelf uw leven had gered.’ Daarop liep Glick naar voren en gaf de moslim een stevige omhelzing. Iedereen in de Knesset zag het bijzondere in van deze gebeurtenis waarbij nota bene een Joods slachtoffer van Palestijnse terreur, die ook nog eens als extremist wordt weggezet, een Israëlisch-islamitische Arabier omhelst, die het redden van mensenlevens als prioriteit stelt. Er volgde spontaan een daverend applaus.

Een Israëlische Arabische tiener, Mahdi Sadri, 17 jaar, die besloot in het Israëlische leger te dienen en in deze video de 'waarheid' over Israël te vertellen, en hoe hij als Israëlische Arabische moslim denkt over wat er echt in Israël gebeurt. Volgens Satri heeft iedereen, die beweert dat Israël een apartheids- of racistische Staat is, geen idee van de realiteit. Als je een Israëlische Arabier bent, kun je zijn wat je maar wilt zijn, benadrukt hij. 'Israëlische Arabieren leven in de hemel in Israël.'

 

De gerespecteerde sjeik Abu Khalil al Tamimi zegt het liefst in een Israëlische democratie te wonen, waarin de Palestijnen gelijke rechten hebben. Deze opzienbarende uitspraak deed de sjeik in een interview met Aviel Schneider, hoofdredacteur van Israel Today. Tamimi is de geestelijke leider van de salafisten en lid van de islamitische sharia-rechtbank in de Palestijnse gebieden. Hij zegt verder: ‘De Palestijnen zijn bang om de waarheid en hun gevoelens uit te spreken voor de camera.Een grote meerderheid wil in één staat samenwonen met de Joden onder democratisch bestuur. Zelfs als ik met Palestijnse extremisten praat, neem ik deze teneur waar. In de Koran staat bovendien dat de Joden in de laatste fase van het bestaan van de wereld naar het heilige land zullen terugkeren. Geloof me, heel wat Palestijnen vertellen me dat een leven in Israël veel beter is dan in de autonome gebieden of in Arabische landen. Een tweestatenoplossing is voor beide volken onmogelijk. Dat heeft hier gewoon geen zin en al helemaal niet in het heilige land. De enige kans die er nog is op vrede voor beide volken, is de éénstaatoplossing. Dat beseft zelfs Machmoud Abbas, de leider van de Palestijnen. Maar hij wordt door de wereldmachten gedwongen de tweestatenoplossing te promoten.’

 

Zie ook eens deze video over dr. Wisham al-Jamal uit Hebron. Elke dag rijdt hij naar zijn werk in Jeruzalem. Hij werkt in het Hadassah Ziekenhuis in Ein Karem, waar de Arabieren en Joden elke dag bezig zijn met de genezing van mensen. Dr. al-Jamal is een gerespecteerde arts en werkt in het ziekenhuis als gynaecoloog en verloskundige.

Arabische vrouw uit Ramallah steunt Israël

Sandra Salomon werd in Ramallah als moslima geboren met de naam Fida. Haar oom, Saher Habash, was mede-oprichter van de Palestijnse terreurbeweging Fatah en een naaste medewerker van terreurmiljardair Jasser Arafat. Ze groeide op in Jordanië en Saoedi-Arabië, later verhuisde ze naar Canada, waar ze zich tot het christendom bekeerde. Vandaag is ze een aanhanger van Israël. De veranderingen in haar gingen stapsgewijs. Ze besloot zich tot het christendom te bekeren vanwege haar kritiek op de manier waarop de islam vrouwen behandelt. Ze was niet bereid om zich te sluieren en de hijab te dragen, zoals verplicht is in Saoedi-Arabië. Ze liet zich van haar man scheiden, met wie ze was getrouwd, en verhuisde met haar zoon naar Canada, waar ze nog steeds woont. Salomon heeft geen contact met haar familie. Toen ze haar zus tijdens een bezoek in Jordanië vertelde dat ze zich had bekeerd tot het christendom, werd ze door haar op straat gegooid. 'Als mijn familie zou weten waar ik woon, zouden ze proberen om mij te doden,' zei ze in een interview.

In de loop van de tijd leerde Salomon steeds meer over het Joodse volk en zijn geschiedenis. Ze begon de Torah te lezen en besefte dat er al lange tijd voor Mohammed en de islam bestonden, Joden waren die in Israël leefden. 'De kracht van de waarheid heeft mij veranderd,' zei ze. Salomon was in Jeruzalem en Ramallah. Daar nam ze diverse video's op, om de wereld de waarheid te laten zien. In een van de video's legt ze uit waarom er vandaag nog steeds vluchtelingenkampen bestaan, hoewel de Palestijnse Autoriteit miljarden steun ontvangt. Ze laat zien hoe de terroristen als helden worden vereerd en een maandelijkse salaris betaald krijgen. Ze laat ook zien hoe kinderen al vanaf jonge leeftijd ervan dromen, zelf een martelaar te worden en Joden te doden.

Israël is geen Nazi-apartheid-staat zoals vele antisemieten/Israël haters de wereld willen doen geloven.Voor apartheid ideologie moet men in de islamitische wereld zijn. Haat en geweld tegen christenen en Joden zijn hier aan de orde van de dag. En wat te denken van de gruwelijke moordpartijen van moslims onderling. Moslims martelen, verkrachten, en blazen zichzelf op tussen moslims in Irak, Egypte, Syrië, Somalië, Soedan, Pakistan, en Afghanistan om zo maar een paar voorbeelden te noemen.Islam heeft een eeuwenlange bloedige geschiedenis van imperialisme, colonialisme, slavernij en racisme, afgedwongen met het zwaard. Toch hoort men hier praktisch niets over in de media en al evenmin van de politiek correcte wereldleiders. Alleen Israël moet het ontgelden. Met valse, gemene en leugenachtige beschuldigingen wordt de Joodse staat gedemoniseerd en haar bestaansrecht keer op keer ter discussie gesteld.

Is het niet zo dat God “Israël tot een licht der natiën heeft gesteld?”

Jesaja 42:6-7 Ik, de Here, heb u geroepen in gerechtigheid, uw hand gevat, u behoed en u gesteld tot een verbond voor het volk, tot een licht der natiën: om blinde ogen te openen, om gevangenen uit de kerker te leiden, uit de gevangenis wie in duisternis gezeten zijn.

Terug naar: Inhoud