Het laatste oordeel

 

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt: 02-04-2019)

Met dank aan het Bijbelstudieteam Jur van Calkar en Simonida Dijkhuis-Nijhof voor hun medewerking aan deze Bijbelstudie.

 

Openbaring 20:11 t/m15 “En ik zag een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten, en geen plaats werd voor hen gevonden. En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het (boek) des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken. En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in hen waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken. En de dood en het dodenrijk werden in de poel des vuurs geworpen. Dat is de tweede dood: de poel des vuurs. En wanneer iemand niet bevonden werd geschreven te zijn in het boek des levens, werd hij geworpen in de poel des vuurs.

Nu is het de tijd voor de “overige doden” die na afloop van het Duizendjarig rijk veroordeeld zullen worden tot de “tweede dood.” Na de overwinning op satan, die naar de hel verwezen is, volgt het visioen van het grote witte troonoordeel over de doden. Het oordeel vindt plaats voor de grote witte troon, die zo’n strenge en schrikwekkende aanblik oplevert, dat aarde en hemel vluchten” voor het aangezicht van Hem die er op gezeten is. Allen die satan hebben gevolgd zullen slechts korte tijd in het dodenrijk vertoeven, want onmiddellijk daarna zullen ze met hun opstandigslichaam voor de grote, witte troon moeten verschijnen. Hier wordt duidelijk dat de ongelovige doden na de duizend jaren weer levend worden, en dat is dus een opstanding: het lichaam zal opgewekt worden, maar de geest zal geestelijk dood blijven, zodat ze voor de grote witte troon nog steeds ‘doden’ genoemd worden. “Niet de Vader, doch de Zoon neemt plaats op deze witte troon:

Johannes 5:22-23 “Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft het gehele oordeel aan de Zoon gegeven, opdat allen de Zoon eren gelijk zij de Vader eren. Wie de Zoon niet eert, eert ook de Vader niet, die Hem gezonden heeft.

Daar staan ze, de groten en de kleinen, stuk voor stuk zondaars. Al hun daden zijn opgeschreven en zullen onder hun aandacht worden gebracht. God is rechtvaardig, ook tegenover de ongelovigen; Hij bewijst zwart op wit dat ze het oordeel verdiend hebben, dat hun namen niet in het boek des levens staan en dat ze dus een ‘tweede dood’ moeten ondergaan. De grote witte troon staat hier alleen en is niet omgeven door “bijzitters” in het gerechtshof. Geen enkele mogelijkheid meer van hoop. Geen enkele mogelijkheid meer tot bekering. De doden worden geoordeeld op grond van wat er in de boeken geschreven staat, naar hun werken. De niet in Jezus/Yeshua gestorven doden uit alle tijden staan hier voor de witte troon en zij worden naar niets anders geoordeeld dan door hetgeen over hen in de boeken geschreven staat. In deze boeken wordt de alwetendheid van God uitgedrukt, maar ook Zijn absolute rechtvaardigheid, want- zo staat er duidelijk-zij worden geoordeeld naar hun werken. Dat hoeft niet perse een negatief oordeel in te houden want er wordt ook een ander boek geopend” Het Boek des levens. Het Boek des Levens duidt op de mogelijkheid dat er onder de doden die voor de witte troon naar hun werken geoordeeld worden:

 

Johannes 5:29 “…en zij zullen uitgaan, wie het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, wie het kwade bedreven hebben, tot de opstanding ten oordeel.”

 

Daniël 12:2 “Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen.”

 

Matthéüs 25:46 “En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven.”

 

Dat is de onontkoombare afsluiting van alle gericht, want alle levenden zijn immers geoordeeld. Allen zijn terechtgekomen waar zij behoren.

Het is dus heel belangrijk de twee opstandingen te onderscheiden in verband met het vrederijk. Gelukkig en heilig is hij die aan de eerste opstanding deel heeft; over hen heeft de tweede dood geen macht. Nog eens wordt de nadruk gelegd op het feit dat de eerste opstanding alleen voor gelovigen en de tweede opstanding alleen voor ongelovigen geldt. Van de gelovigen wordt gezegd: ‘zij zullen priesters van God en van Christus zijn en met Hem duizend jaren regeren.

Terug naar: Inhoud