Het duizendjarig rijk

 

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt: 24-03-2019) (Laatste bewerking: 4 februari 2022)

Met dank aan het Bijbelstudieteam Jur van Calkar en Simonida Dijkhuis-Nijhof voor hun medewerking aan deze Bijbelstudie.

 

Openbaring 20: 1 t/m 3En ik zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel des afgronds en een grote keten in zijn hand; en hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en hij bond hem duizend jaren, en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren; daarna moet hij voor een korte tijd worden losgelaten.

 

Dit is het moment waarop Jezus/Yeshua komt om te heersen, en niemand zal kunnen voorkomen of betwisten dat Hij in Jeruzalem de troon bestijgt. Het Duizendjarig Vrederijk is een onderwerp waarover onder christenen meerdere uitleggingen gangbaar zijn. Sommigen hebben zelfs geen idee dat er een Vrederijk komt op aarde terwijl zowel het Oude als het Nieuwe Testament verwijzingen bevatten naar dat komende rijk. Ook zijn er christenen (preteristen) die geloven dat wij nu al in dit rijk leven en de macht hebben de koninkrijken van deze wereld te overwinnen. Volgens deze visie regeert Jezus/Yeshua nu en zit Hij aan Gods rechterhand in de hemelse gewesten, boven alle overheid en macht verheven. Deze visie is afkomstig van de Jezuïet Luis de Alcasar. Hij schreef een boek genaamd de verborgen betekenis van de Apocalyps die in 1614 gepubliceerd werd.

 

Het is een visie die inhoudt dat praktisch alle Bijbelse profetieën al tijdens de verwoesting van Jeruzalem en de Tempel in het jaar 70 in vervulling zijn gegaan. Diverse profetieën van de Oudtestamentische profeten en het Boek Openbaring zouden geen betrekking hebben op de toekomst maar reeds ten tijde van het bewind van de Romeinse keizer Nero in vervulling zijn gegaan met Nero zelf als het beest uit Openbaring.

 

Een bekende hedendaagse vertegenwoordiger van het preterisme is de Anglicaanse nieuwtestamenticus Tom Wright. Hij blies het preterisme nieuw leven in via publicaties die ten dele ook in het Nederlands verschenen. In het Nederlandse taalgebied wordt de preteristische leer verkondigd door David Sörensen die zichzelf apostel, profeet en verkondiger van Gods woord noemt. Deze figuur gaat niet alleen mee in de dwaling dat de wederkomst van Jezus/Yeshua in het jaar 70 heeft plaatsgevonden, maar doet daarnaast schokkende antisemitische uitspraken over Joden en Israël. Op zijn website www.ontdekgod.nl publiceerde hij een ruim zevenduizend woorden lang essay over Israël en Joden waarmee hij duidelijk maakt een onvervalste aanhanger van de vervangingstheologie te zijn.

 

Sörensen gaat zelfs zover te beweren dat het Joodse volk niet eens meer bestaat. Er zouden alleen nog mensen zijn die zich ‘als Jood beschouwen’ en komt daarbij aanzetten met de Khazaren-mythe, waarbij hij schrijft dat de huidige Joden die in Israël wonen eigenlijk Turken zijn. Hij gaat hiermee brutaalweg op de stoel van God zitten om te bepalen wie er wel en wie er niet tot de echte nazaten van Juda behoort. Niemand kent het antwoord, alleen God Zelf kent degenen die tot Zijn uitverkoren volk horen. Sörensen meent kennelijk het ware licht ontvangen te hebben maar hij mist ieder zicht op wat God met het huidige Israël aan het doen is door honderden profetieën te vergeestelijken, verbasteren of gewoon te negeren. Juist waar christenen onvoldoende kennis van de Bijbel bezitten vallen ze voor dergelijke dwaalleringen.

 

Zowel het Oude Testament als het Nieuwe Testament laten er geen enkele twijfel over bestaan dat er een bijzondere periode op aarde zal komen, die gekenmerkt zal worden door een periode van werkelijke vrede. De volkeren zullen optrekken naar Jeruzalem om de Here te zoeken:

 

Zacharia 8:22-23 “Ja, vele natiën en machtige volken zullen komen om de Here der heerscharen te Jeruzalem te zoeken en de gunst des Heren af te smeken. Zo zegt de Here der heerscharen: In die dagen zullen tien mannen uit volken van allerlei taal vastgrijpen, ja vastgrijpen de slip van een Judeese man, en zeggen: wij willen met u gaan, want wij hebben gehoord, dat God met u is.”

 

Er zal een nieuwe tempel staan in Jeruzalem: de 'tempel van Ezechiël’.

 

Ezechiël 43:10-11 Gij nu, mensenkind, vertel het huis Israëls van de tempel – opdat zij zich schamen over hun ongerechtigheden – en laten zij het model nameten, en als zij zich schamen over alles wat zij bedreven hebben, maak hun dan bekend de vorm van de tempel en zijn inrichting, zijn uitgangen en zijn ingangen, al zijn vormen, al zijn voorschriften, al zijn vormen en al zijn wetten, en schrijf die op voor hun ogen, opdat zij al de vormen en voorschriften ervan nauwgezet ten uitvoer brengen.

 

Alle schrijvers van het Oude testament hebben geen moment gedacht aan een geestelijke uitlegging. Wie meent dat wij nu leven in het Duizendjarig Vrederijk heeft geen realiteitszin en heeft geen zicht op de wereld waarin wij nu al duizenden jaren leven. Het is nauwelijks voor te stellen dat er allerlei misplaatste verklaringen worden opgedist, die echter volledig mank gaan. Waar is vrede onder de mensen? Waar is een land waarin geen zieken zijn? Waar is een land waar satan niets meer te vertellen heeft? Waar is een land waar geen angst voor terrorisme is? Waar is een land waarin de mensen massaal de Here God dienen en vereren?

Het zijn niets anders dan aloude dwalingen die in een nieuw jasje de Gemeente binnen zijn gekomen. Wanneer we Jezus/Yeshua’s uitspraken serieus nemen komen tal van dingen aan de orde die duidelijk slaan op de toekomst: de eindtijd. Denk alleen maar aan bijvoorbeeld Matthéüs 24, waarin Hij spreekt over de Grote Verdrukking, de Machten der hemelen, de terugkeer van de Zoon des mensen op de wolken en het geestelijk herstel van Israël enzovoort. Dat is niet vervuld, maar wordt in onze dagen op alle fronten zichtbaar. De oude vervangingsleer dat de Kerk in de plaats van Israël zou zijn gekomen, is weer in een modern jasje gestopt.

Men doet er goed aan om de profetie over het Duizendjarig Rijk ter harte te nemen, temeer daar Jezus/Yeshua Zelf dit vergezicht aan Johannes bekend heeft gemaakt. In Openbaring 20 wordt met herhaling over de duizend jaren gesproken, maar vooral, dat het in verband wordt gebracht met verschillende gebeurtenissen, die met name worden genoemd. Na de verwoesting van Babylon en ná de twee beesten en hun collaborerende legers uit de volken, wordt satan de hoofdschuldige gegrepen. Satan wordt niet door God of door Jezus/Yeshua gegrepen, maar door een engel uit de hemel die meer macht blijkt te hebben dan satan. Deze engel heeft een sleutel van de afgrond bij zich en heeft een grote keten in zijn hand. Hij grijpt satan alsof het een gewone arrestant is die in bewaring genomen moet worden, en doet hem de boeien om zodat satan intens wordt vernederd.

 

Vervolgens wordt hij in een onmetelijke diepe bodemloze onderaardse put geworpen. Dit is de Abyssos waar ook de demonen gevangen worden gehouden. Deze hebben als koning de engel des afgronds: zijn naam is in het Hebreeuws Abaddon en in het Grieks Apollyon (verderver). Dit is de plaats waar satan tijdens het Duizendjarig Vrederijk gebonden zal zijn en van waaruit geen ontsnapping mogelijk is. Hier zal hij de volle 1000 jaar vast zitten. Het doel van zijn opsluiting is om hem te beletten de mensen nog langer te verleiden. Door satans verleidingen duizend jaar uit te schakelen, maakt God deze wereld klaar voor het alomvattende Vrederijk. Daardoor zal er gedurende duizend jaar gerechtigheid op aarde heersen. Satan wordt echter nog niet ten volle geoordeeld, in tegenstelling tot de beesten die hun volledige straf in de vuurpoel moeten ondergaan direct na hun overmeestering. Eerst later, aan het eind van het Duizendjarig Rijk, ontvangt ook satan zijn definitieve straf in de vuurpoel, waar de twee beesten zich dan al duizend jaren bevinden.

 

Het ketenen van satan betekent echter niet dat er geen zonden meer gedaan zullen worden want kennelijk is niet iedereen van plan zich vrijwillig aan de heerschappij van Jezus/Yeshua te onderwerpen. Maar niemand zal Hem ongestraft kunnen weerstaan. Zacharia vertelt dat er geen regen zal vallen op de volken, die gedurende het vrederijk niet optrekken naar Jeruzalem om zich voor de Koning te buigen.

 

Zacharia 14: 16-17 “Allen, die zijn overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar heentrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de Here der heerscharen, en het Loofhuttenfeest te vieren. Maar wie uit de geslachten der aarde niet naar Jeruzalem zal heentrekken om zich voor de Koning, de Here der heerscharen, neder te buigen, op hem zal geen regen vallen…”

 

Maar het merendeel van hen die in het vrederijk verblijven, zullen niet in opstand komen voordat satan na duizend jaar losgelaten wordt om hen te verleiden. De oprechtheid van hun hart jegens Jezus/Yeshua zal aan het licht komen op het moment dat satan weer losgelaten wordt.

 

Met grote grimmigheid heeft satan door het beest en de valse profeet de kinderen Gods vervolgd en vermoord. Alle rampen, oorlogen, onheil en onvrede, alle wanhoop en verdriet, alle eenzaamheid, leed en onbehagen, alle ziekten en ongevallen, alle dood en verderf, het komt allemaal uit de koker van satan. Waar satan de god van deze eeuw is, kun je dit alles verwachten. Hij veroorzaakt al het onheil op aarde. Satan wordt met al zijn karaktertrekken afgevoerd. Met de binding van satan komt er een heel andere situatie op aarde. In die nieuwe tijd heeft satan geen macht meer op aarde. Dan kan hij de volken niet meer verleiden om oorlog tegen elkaar te voeren, en kan hij de mensen niet meer verleiden om elkaar te bedriegen en elkaar kwaad te doen. Ook kan hij dan de mensen niet meer verleiden om God te bespotten.

 

Jezus/Yeshua zal in het Duizendjarig Vrederijk als Vredevorst regeren:

 

Jesaja 9:5-6Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de Here der heerscharen zal dit doen.”

 

Alle regeringsvormen zoals wij die vandaag kennen, zullen zijn verdwenen. Het Messiaanse vrederijk zal een rustpunt worden voor de volkeren, een verademing voor allen die Jezus/Yeshua lief hebben en Zijn geboden onderhouden.

 

Johannes 14:15Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren.”

 

Het is een periode waarin Hij als Messias op de troon van David in Jeruzalem over de gehele aarde zal regeren. Zesduizend jaren is het woeden van satan op aarde geweest maar nu hij zijn lugubere werk niet meer kan doen, ontstaat er een totaal andere situatie in de wereld want in het Duizendjarig Rijk zal dezelfde goddelijke luister aanwezig zijn als in de hof van Eden met Adam en Eva, voordat zij werden verleid.

 

Al het kwaad dat satan in de harten der mensen werkte zal verdwenen zijn. Straks wanneer Jezus/Yeshua op aarde is teruggekeerd zullen de volken optrekken naar de tempel in Jeruzalem om het Loofhuttenfeest te vieren, dat de volken die Israël vervloekt en vervolgd hebben, zullen nu Israël dienen.

 

Israël zal zowel fysiek als geestelijk hersteld zijn. Door de verharding van Israël werd het Koninkrijk uitgesteld, totdat de bedekking zal worden weggenomen en het Messiaanse welkom klinkt:

 

Matthéüs 23:39 “Want Ik zeg u, gij zult Mij van nu aan niet meer zien, totdat gij zegt: Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren!”

 

Van een fysiek herstel van Israël is sinds 1948 sprake en in 1967 werd Jeruzalem weer een ongedeelde hoofdstad. Profetisch gezien moest een terugkeer in ongeloof plaatsvinden voordat de Laatste Jaarweek kan komen. Dit wordt uitgebeeld in het visioen van de “dorre beenderen” waarin Gods Geest moest worden geblazen. Ezechiël 37. Daarna vindt de finale vervulling plaats, bij de komst van de Koning, na een vreselijke periode van Grote Verdrukking. De beloofde Messias zal de vervallen hut van David weer opbouwen:

 

Handelingen 15:16-17-18 Daarna zal Ik wederkeren en de vervallen hut van David weder opbouwen, en wat daarvan is ingestort, zal Ik weder opbouwen, en Ik zal haar weder oprichten, opdat het overige deel der mensen de Here zoeke, en alle heidenen, over welke mijn naam is uitgeroepen, spreekt de Here, die deze dingen doet, welke van eeuwigheid bekend zijn.

 

Er zal een heerlijke tijd aanbreken voor de kinderen van Israël:

 

Zacharia 8:23 “Zo zegt de HERE der heerscharen: Er zullen weer oude mannen en vrouwen op de pleinen van Jeruzalem zitten, ieder met een stok in de hand vanwege zijn hoge leeftijd. Ook zullen de pleinen der stad vol zijn van jongens en meisjes, die daar spelen’

 

Het doel van het Vrederijk is een vervulling van alle beloften aan Israël van herstel, zegen en overvloed. Dan zullen alle vijanden van Israël van het wereldtoneel verdwenen zijn. Dan zal de nog nooit vervulde profetie uitkomen dat de Syriërs en de Egyptenaren in vrede en broederlijk met Israël zullen samenwonen:

 

Jesaja 19:23Te dien dage zal er een heerbaan wezen van Egypte naar Assur, en Assur zal in Egypte komen en Egypte in Assur, en Egypte zal met Assur (de Here) dienen.”

 

De volken zullen de oorlog niet meer leren. Zelfs een 100 jarige zal een jongeling genoemd worden. Het zal een tijd zijn van strenge tucht en goddelijke orde, van welzijn en vrede in gebondenheid aan de goddelijke wetten. De volken zullen in rechtmatigheid gericht worden.

 

Psalm 98: 4 t/m 9  “Juicht de Here, gij ganse aarde, breekt uit in gejubel en psalmzingt. Psalmzingt de Here met de citer, met de citer en met luide zang, met trompetten en met bazuingeschal; juicht voor de Koning, de Here. De zee bruise en haar volheid, de wereld en wie erin wonen; dat de stromen in de handen klappen, de bergen tezamen jubelen voor het aangezicht des Heren, want Hij komt om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten in gerechtigheid en de volken in rechtmatigheid.”

 

Openbaring 20:4 “En ik zag tronen, en zij zetten zich daarop, en het oordeel werd hun gegeven; en (ik zag) de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het woord van God, en die noch het beest noch zijn beeld hadden aangebeden en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand ontvangen hadden; en zij werden weder levend en heersten als koningen met Christus, duizend jaren lang.”

 

Het is geweldig wat Johannes hier ziet. Hij ziet tronen, maar ook wie deze tronen zullen bezetten. Het zijn de bloedgetuigen die onthoofd zijn om het getuigenis van Jezus/Yeshua, en om het Woord Gods. Het zijn de zielen van onder het altaar zoals reeds uiteengezet onder Openbaring 6. Zij, die smart en pijn hebben verdragen, staan aangetreden, zij zijn bevrijd verrezen uit de dood, en thans is het grote moment gekomen, dat zij zullen leven, en heersen met Jezus/Yeshua.

 

Van groot belang is hier de uitspraak van Jezus/Yeshua in de brief aan de martelaarsgemeente van Smyrna, namelijk dat hij dood was en weer levend werd. Dat is precies dezelfde uitdrukking als in Openbaring 20:4 en dit “weer levend worden” van Jezus/Yeshua is niet een geestelijke opwekking, maar een lichamelijke opstanding geweest, na Zijn kruisdood, uit het graf. Zo is het “weer levend worden” van de onthoofden uit Openbaring 20:4 ook een lichamelijke opstanding. Het zijn dus personen (zielen) die deel hebben aan de opstanding der rechtvaardigen:

 

Lucas 14:14 “En gij zult zalig zijn, omdat zij niets hebben om u terug te betalen. Want het zal u terugbetaald worden bij de opstanding der rechtvaardigen.”

 

Johannes 5:29 “…en zij zullen uitgaan, wie het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, wie het kwade bedreven hebben, tot de opstanding ten oordeel.”

 

Vanaf vers 4 wordt het eigenlijke vrederijk beschreven; of nauwkeuriger: tweemaal wordt daar gesproken over hen die ‘met Christus regeren’, wat inhoudt dat de duizend jaren de periode vormen dat Jezus/Yeshua Zelf regeert. Alle beloften en profetieën uit het Oude testament zullen nu definitief vervuld worden. Deze zijn zo talrijk en gedetailleerd dat een uitvoerige beschrijving hier nauwelijks te doen is. De beschrijving van het koninkrijk in Openbaring 20 is heel beknopt; het zijn vooral de heiligen die met Jezus/Yeshua mogen regeren die hier aan bod komen.

 

Nadat satan gebonden is blijken er nog mensen uit alle volkeren over te zijn, die onbekeerd (die nog geen keuze voor Jezus/Yeshua hebben gemaakt) zijn en die nochtans in leven zijn gebleven. Dit zijn degenen die het onrecht onderkend hebben dat Israël werd aangedaan:

 

Matthéüs 10:42 En wie één van deze kleinen, omdat hij een discipel is, ook maar een beker koud water te drinken geeft, voorwaar, Ik zeg u, zijn loon zal hem geenszins ontgaan.

 

Deze mensen zullen aan het einde van het duizendjarig rijk geoordeeld worden. Bij dit grote oordeel zal er precies worden gehandeld zoals Gods Woord reeds gesproken heeft. Bij het laatste oordeel gaat het erom wie deel heeft aan de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waar God alles in allen zal zijn.


Daarnaast sprak Jezus/Yeshua van de geweldige opdracht aan zijn discipelen om het getuigenis uit te dragen:

 

Matthéüs 28: 18-19-20 “En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op (de) aarde. Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot aan de voleinding der wereld.”

 

Deze opdracht heeft alle eeuwen door mogen klinken; steeds weer zijn er nieuwe dienstknechten gekomen en hebben naar hun vermogen gearbeid, naarmate elk talenten had. En in Matthéüs 25:19 lezen we dat de heer van de dienstknechten terugkwam en ging afrekenen. Dat betekent dat de arbeiders in de wijngaard des Heeren ook nog een beloning krijgen voor hetgeen zij hebben bearbeid. Inderdaad vinden we op vele plaatsen in de Bijbel bijzonderheden over het loon van Gods medearbeiders:

 

1 Corinthiërs 3:9 t/m15 “Want Gods medearbeiders zijn wij; Gods akker, Gods bouwwerk zijt gij. Naar de genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, waarop een ander voortbouwt. Maar ieder zie wel toe, hoe hij daarop bouwt. Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen. Is er iemand, die op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi, of stro, ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken. Indien het werk, dat hij erop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen, maar indien iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, doch hij zelf zal gered worden, maar als door vuur heen.

 

Voor de gelovigen is er dus een bijzondere genade, en tegelijkertijd voor de martelaren uit de grote verdrukking. Wie kan zich indenken om voor Jezus/Yeshua te staan en loon te ontvangen voor de arbeid die hij/zij op aarde hebben verricht. De volkeren welke na al de oorlogen en verschrikkelijke rampen over zijn gebleven zullen door Jezus/Yeshua worden geselecteerd op grond van hun houding ten opzichte van hun minste broeder (Israël).

 

Matthéüs 25:32-33 “En al de volken zullen vóór Hem verzameld worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken, en Hij zal de schapen zetten aan zijn rechterhand en de bokken aan zijn linkerhand.”

 

Het kan heel goed zijn dat er volken zijn, die omdat ze Israël verworpen hebben, niet meer zullen bestaan in de Messiaanse tijd.

 

De scheiding van schapen-volken en bokken-volken, waarbij de bokken volken het Koninkrijk van God niet beërven. Dit doet ook denken aan en uitspraak van de profeet Ezechiël:

 

Ezechiël 34:20 t/m23 “Daarom, zo zegt de Here Here tegen hen: Zie, Ik ga zélf rechtspreken tussen de vette en de magere schapen; omdat gij al wat zwak is, met flank en schouder wegdringt en met de horens stoot totdat gij ze naar buiten gedreven hebt, zal Ik mijn schapen verlossen, opdat zij niet langer tot een prooi zijn; Ik zal rechtspreken tussen het ene schaap en het andere. Dan zal Ik één herder over hen aanstellen, die hen weiden zal: mijn knecht David. Die zal hen weiden, die zal hun herder zijn.

 

De vetten zijn zij die zich over de ruggen van anderen als wellustelingen hebben gedragen, en gepakt hebben wat ze nog pakken konden. Zij worden verwezen naar de plaats welke voor “de duivel en zijn engelen” bereid is. Omdat er in het komende vrederijk geen plaats voor egoïsme zal zijn, worden de wellustigen afgewezen omdat ze niet gehandeld hebben naar Gods wil.

 

Matthéüs 25:40 “En de Koning zal hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan.

 

Deze uitleg (uitspraak) van Jezus/Yeshua is maar voor één uitleg vatbaar want hier wordt over de minste broeders van Hem gesproken. In dit geval kan het niet anders dan dat het hier handelt om het volk Israël. Een ieder mens of het nu een man, een vrouw of een kind is, in bescherming genomen zal worden en mee mogen genieten van de zegen van het duizendjarig rijk. Het houdt dus een geweldige beloning in voor ieder die het Joodse volk blijft steunen in de tijd dat de antichrist bezig is zijn gruwelijke bewind uit te voeren. Het lijdt geen twijfel dat zij tijdens het duizendjarig rijk tot bekering zullen komen.

 

Openbaring 20:5 “De overige doden werden niet weder levend, voordat de duizend jaren voleindigd waren. Dit is de eerste opstanding.”

 

Hier worden wij geconfronteerd met een scheiding der doden; er zullen doden zijn die niet levend worden. Hier is echter een “totdat”gesteld waarna zij wel zullen opstaan, namelijk na de duizend jaren. Na die tijd komt het grote gericht, waarvan we lezen in de verzen 11-15. De tekst leert dat wie niet tot de eerste opstanding behoort, daar niet in deelt. Niet weer levend wordt vóór de voleinding der duizend jaren en onder de volmacht komt van de tweede dood, of er minstens door beschadigd wordt (vers 6) of de eerste opstanding omvat alle gelovigen. Voor zover wij het kunnen zien is er vóór de eerste opstanding geen andere dan die van de Eersteling, Jezus/Yeshua. Sommigen menen dat er één opstanding is voor alle mensen, goeden en kwaden tegelijk. Maar er is een orde in de opstandingen:

 

1 Corinthiërs 15:20-23-24 “Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn.

 

Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Jezus/Yeshua allen levend gemaakt worden. Maar ieder in zijn eigen rangorde: Jezus/Yeshua als eersteling, vervolgens die van Hem zijn bij zijn komst; daarna het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben.

 

Er is een opstanding ten leven en een opstanding ter veroordeling. Deze opstanding wordt overal en scherp onderscheiden van de andere. Er is een duidelijk onderscheid tussen opstanding uit de doden en opstanding der doden, hetgeen ook wijst op opstanding van de doden terwijl de “overige doden” nog in de dood gelaten worden. Volgens Paulus in de eerste brief aan de Thessalonicenzen zullen degenen die in Jezus/Yeshua gestorven zijn eerst opstaan:

 

Thessalonicenzen 4:16 “want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan…”

 

Het satanische rijk wordt vernietigd, de “beesten” worden in de vuurpoel geworpen, satan wordt gebonden en de gelovigen van de eerste opstanding regeren met Jezus/Yeshua in het Duizendjarig Vrederijk. De opstand van satan aan het einde van het Duizendjarige rijk is slechts een incident en onderbreekt het koningschap van Jezus/Yeshua niet. De wederkomst ten oordeel treft niet de gelovigen, want die zullen met Jezus/Yeshua geopenbaard worden en met Hem oordelen en richten.

 

De Bijbel leert ons, dat we allen hebben gezondigd en de heerlijkheid Gods missen, en dus leven onder het oordeel des doods. Dat wil zeggen, dat niemand zichzelf daaruit kan verlossen om zodoende weer in gemeenschap met God te komen. Het oordeel des doods betekent: voor eeuwig verstoken zijn van de gemeenschap met God:

 

Colossensen 2:13 “Ook u heeft Hij, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en onbesnedenheid naar het vlees, levend gemaakt met Hem, toen Hij ons al onze overtredingen kwijtschold…”

 

Wij weten dat allen voor de rechterstoel van Jezus/Yeshua geopenbaard moeten worden. Dit oordeel over gelovigen uit de gemeente, is niet het witte troonoordeel over de doden, die pas opstaan na de duizend jaren. Het gaat bij het openbaren voor de rechterstoel van Jezus/Yeshua niet over aanneming of verwerping, maar over het graduele oordeel over de gelovigen. De één zal daarvan groter heerlijkheid ontvangen dan de ander, al naar gelang men in staat van genade op het ene Fundament gebouwd heeft.

 

1 Corinthiërs 3:11-15 “Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen. Is er iemand, die op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi, of stro, ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken. Indien het werk, dat hij erop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen, maar indien iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, doch hij zelf zal gered worden, maar als door vuur heen.”

 

De individuele leden van Jezus/Yeshua’s Lichaam worden weliswaar voor de rechterstoel geopenbaard, maar de grote eindgerichten bereiken hen niet. Het grote witte troonoordeel gaat de doden aan uit de zee, uit de dood, uit het dodenrijk, maar niet de doden die in Jezus/Yeshua gestorven zijn. Ook de doden die niet in Jezus/Yeshua gestorven zijn, worden niet onmiddellijk na het sterven geoordeeld. Zij worden als het ware “bewaard” om na duizend jaren geoordeeld te worden. We weten dat ieder mens getroffen wordt door de dood, en indien er geen goddelijke verandering plaatsvindt, dan volgt op de eerste dood nog een tweede dood. Dat is het helse vuur, waarover Jezus/Yeshua zo ernstig heeft gewaarschuwd:

 

Matthéüs 25:41 “Dan zal Hij ook tot hen, die aan zijn linkerhand zijn, zeggen: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is.”

 

Duizend jaren in de duisternis, zegt Jezus/Yeshua en daarna voor eeuwig.

 

Openbaring 20:6 “Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, [die] duizend jaren.”

 

Er is hier sprake van een schare mensen van de eerste opstanding. Met deze mensen is iets bijzonders gebeurd; zij zijn door Gods Woord tot bekering gekomen tijdens hun aardse leven en delen vervolgens in die zegen. Allen, die zich tijdens hun leven op aarde aan Jezus/Yeshua toevertrouwen, zullen deel hebben aan deze eerste opstanding. Over allen die in de eerste opstanding delen heeft de tweede dood geen macht.

 

Er is niets wat het plan van Jezus/Yeshua in de weg staat, zodat Hij alles in volmaakte orde zal afwikkelen. Zodra Jezus/Yeshua terugkomt, zal Hij gezien worden zoals de discipelen Hem hebben gezien na Zijn opstanding. Met Zijn menselijk lichaam zal Hij zich vertonen, en hetzelfde gebeurt met alle gelovigen. Met een verheerlijkt opstandinglichaam zullen alle gelovigen hun Koning ontmoeten. Matthéüs vertelt hier het volgende over:

 

Matthéüs 27:51-52-53 “En zie, het voorhangsel van de tempel scheurde van boven tot beneden in tweeën, en de aarde beefde, en de rotsen scheurden, en de graven gingen open en vele lichamen der ontslapen heiligen werden opgewekt. En zij gingen uit de graven na zijn opstanding en kwamen in de heilige stad, waar zij aan velen verschenen.”

 

Deze opstanding omvat alle gelovigen van alle eeuwen. Elke zondaar die zich bewust werd van de last der zonden en die de dekking zocht onder het reinigend bloed van Jezus/Yeshua, zal tot deze gezaligden behoren. Dood zijnde zullen zij weer leven, heeft Jesaja gezegd:

 

Jesaja 26:19 “Herleven zullen uw doden – ook mijn lijk –, opstaan zullen zij. Ontwaakt en jubelt, gij, die woont in het stof! Want uw dauw is een dauw van licht; en de aarde zal aan de schimmen het leven hergeven.

 

Groot zal het verschil zijn tussen de mensen die niet-en de mensen die in Jezus/Yeshua geloven. Dat verschil vinden wij ook in Daniël:

 

Daniël 12:2 “Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen.”

 

Hoevelen zijn er thans afgeweken van de Waarheid. Zoals we zien sluiten deze profetieën volkomen aan bij wat Jezus/Yeshua heeft voorzegd. Ieder die Zijn woorden ter harte neemt, zal op machtige wijze gezegend worden. Zo zeker als Hij uit de dood is verrezen, zo zal er verrijzenis zijn voor alle gelovigen. Het is een erfenis, die is weggelegd voor een ieder die gelooft. De gelovigen hebben dus een geweldige toekomst. In het Duizendjarig Rijk zullen er geen tronen meer zijn van wereldleiders noch van kerken die het bloed van hun onderdanen veelvuldig hebben laten vloeien. Zodra Jezus/Yeshua de heerschappij en het Koningschap aanvaard heeft, zullen deze geweldige dingen gaan gebeuren.

 

We hebben de zekerheid vanuit Gods Woord dat satan straks gebonden zal worden en dat Jezus/Yeshua Overwinnaar zal zijn. De gouden draad van de toekomstige alleenheerschappij van God loopt door de gehele Bijbel. “De HERE regeert?” Deze bekende uitspraak vinden wij in de Psalmen 93, 96, 97 en 99, temidden van een merkwaardige reeks psalmen, die allemaal de komst van Jahweh, d.i. Christus, beschrijven, om het oordeel over de volkeren der aarde te voltrekken en Zijn troon op aarde te vestigen.Ze hebben dus geen betrekking op de tegenwoordige toestand, maar slaan profetisch op de toekomst, als Jezus/Yeshua regeert en satan in de afgrond gebonden is.

 

Daniël 2:44 “Maar in de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten, dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan, en waarvan de heerschappij op geen ander volk meer zal overgaan: het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken, maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid…”

 

Het is de jubelzang van alle gelovigen en het omvat Joden en heidenen, die tot de kennis der waarheid zijn gekomen. Op de aardse koninkrijken volgt een rijk, dat in niets overeenstemt met de wereld zoals wij die kennen. Dit zal een rijk zijn waar gerechtigheid heerst:

 

Jesaja 32:1-2  “Zie, een koning zal regeren in gerechtigheid en vorsten zullen heersen naar het recht; en ieder van hen zal zijn als een beschutting tegen de wind en als een toevlucht tegen de stortbui, als waterstromen in een dorre streek, als de schaduw van een machtige rots in een dorstig land.”

 

Er is geen enkele twijfel mogelijk: er is een Koninkrijk aanstaande waar Jezus/Yeshua als Koning zal regeren over de hele aarde. Op diverse plaatsen zijn dit soort profetieën te vinden. Zo heeft de profeet Nathan het Koning David aangezegd:

 

1 Kronieken 17:11-12-13-14 “Wanneer uw dagen vervuld zijn om tot uw vaderen te gaan, dan zal Ik uw nakomeling na u doen optreden, een van uw zonen, en Ik zal zijn koningschap bevestigen. Die zal Mij een huis bouwen, en Ik zal zijn troon voor immer bevestigen. Ik zal hem tot een vader zijn en hij zal Mij tot een zoon zijn; mijn goedertierenheid zal Ik niet van hem doen wijken, zoals Ik haar van uw voorganger heb doen wijken. Ik zal hem voor immer in mijn huis en in mijn koninkrijk aanstellen, en zijn troon zal vast staan voor altijd.”

 

De regeerperiode van Jezus/Yeshua zal heel wat teweegbrengen op aarde. Heerlijke voorzeggingen zijn daarover gedaan door de profeten. Profetieën die we niet moeten vergeestelijken, maar die werkelijk vervuld zullen worden bij Zijn komst. Het is bedroevend, armzalig en teleurstellend deze prachtige voorzeggingen geestelijk toe te passen op de Kerk, of geloof hechten aan de idiote visie van preteristen alsof we nu al in het Duizendjarig Rijk zouden leven. Wat is het toch belangrijk dat de gelovigen een goed zicht hebben op het profetisch Woord van God!

 

In de tijd dat Jezus/Yeshua met Zijn discipelen op aarde wandelde, en hen onderwees, heeft Hij hen aangezegd wat er zou gaan gebeuren. Over het grote verlossingsproces heeft Hij hen volledig ingelicht. Hij sprak van Zijn lijden, van Zijn dood, van de haat van het Sanhedrin, maar bovenal van de opstanding. Is het niet bijzonder dat juist in onze tijd, waarin de voorbereidingen voor de bouw van de Derde Tempel in volle gang zijn, ook het Sanhedrin weer op het wereldtoneel is verschenen? Dat is gebeurd op 13 oktober 2004, de 28ste dag van de Joodse maand Tishrei, in de stad Tiberias aan het meer van Galilea.

Het Sanhedrin is vooral bekend vanuit Jezus/Yeshua’s tijd. Met Zijn triomfale intocht in Jeruzalem bracht Jezus/Yeshua veel beroering teweeg onder de opperpriester en de andere religieuze autoriteiten. Zijn zuivering van de Tempel van kooplieden, geldwisselaars etc., was een uitdaging aan het gezag van het Sanhedrin, die toestemden in de handel en daarvoor provisie ontvingen. Marcus en Matthéüs beschrijven hoe Jezus/Yeshua aan de vooravond van het Joodse paasfeest werd gearresteerd en ’s nachts voor de hogepriester en het volledige Sanhedrin, werd geleid.

Marcus vermeldt dat men bewijsmateriaal tegen Hem zocht, maar dat het onmogelijk was om- zoals de Joodse wet voorschreef- twee getuigenissen te vinden die met elkaar overeenstemden. In de mond van twee of drie getuigen zal elke zaak vaststaan:

2 Korinthiërs 13:1 “Dit is nu de derde maal, dat ik tot u kom: op de verklaring van twee getuigen of van drie zal ieder zaal vaststaan.”

Sommige ‘valse getuigen’ zeiden dat Hij zich tegen de Tempel had uitgesproken, maar zelfs hun verklaringen waren niet eensluidend. Het proces zou dus als een nachtkaars hebben kunnen uitgaan als de hogepriester niet gekomen was met een vraag waar het hele evangelie van Marcus om draait:

Marcus 14:61-62 “ Zijt Gij de Christus, de Zoon van de gezegende? En Jezus zeide: Ik ben het, en gij zult de Zoon des mensen zien, gezeten aan de rechterhand der Macht en komende met de wolken des hemels.

Deze uitspraak werd beschouwd als een godslastering en alle priesters waren het er over eens dat Hij ‘de dood verdiende’. De aanklagers verklaarden Hem schuldig aan godslastering maar niets van wat Hij gezegd of gedaan heeft kon echter volgens de Joodse wet als godslastering worden uitgelegd.

Het Sanhedrin was totaal verblind; het godsdienstig vertoon was slechts vorm. Zij hielden het volk in een ijzeren harnas van een vormengodsdienst. Jezus/Yeshua bestreed dit bedrog, de schijnheiligheid, machtsmisbruik en wreedheid en gebruikte duidelijke taal om Zijn misnoegen kenbaar te maken over de Farizeeën, de Sadduceeën en de Schriftgeleerden. Hij maakte ze uit voor huichelaars, blinde wegwijzers, uitzuigers, slangen en adderengebroed. Hij vergelijkt ze met rottende resten van een kadaver. Na een tweede zitting van het Sanhedrin werd Jezus voor Pontius Pilatus geleid.  

Jezus/Yeshua voor het Sanhedrin

Toen al heeft Jezus/Yeshua de kop van satan vermorzeld en zijn alle vernietigende krachten aan Hem onderworpen:

Colossenzen 2 : 15 “Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd.”

 

Zo zeker Hij eerst gesproken heeft van Zijn lijden en overwinning, zo heeft Hij ook gesproken over Zijn toekomstig Koningschap. Het eeuwig Koninkrijk onder leiding van Jezus/Yeshua is zeker, en nu is het van belang om na te gaan, wie mede met Hem de aarde zullen beërven:

 

Matthéüs 5:3-4-5 en 10 “Zalig de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Zalig die treuren, want zij zullen vertroost worden. Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven. Zalig de vervolgden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.”

 

Het Duizendjarig rijk is voor de ware gelovigen door de eeuwen heen de hoop geweest dat zij eens met Jezus/Yeshua verenigd zouden worden en samen met Hem te mogen regeren. Er zijn altijd mensen geweest, die op God vertrouwden, maar vooral, die deze geloofsverwachting hebben uitgesproken en doorgegeven aan de navolgende geslachten.

 

Vanaf oude tijden is er verschil geweest tussen het Joodse volk en de anderen volkeren. Het grote verschil bestond in de godsdienst. Door het geloof dat Abram in God had, plaatste God hem in een bijzondere positie. Deze Abram heeft God tot een kanaal van Zijn zegen gemaakt. In Abraham volgde ook zijn nageslacht, wat een bijzondere plaats innam om als een priesterlijk geslacht het getuigenis van God uit te dragen, wat tot een climax kwam in de Ware Hogepriester, Jezus/Yeshua. Deze bijzondere positie van het Joodse volk hield echter niet in, dat andere volkeren van deze Godsopenbaring waren buitengesloten. We vinden dit bevestigd, wanneer de kinderen van Israël in hun land zijn aangekomen na hun vertrek uit Egypte. Bij de instelling van de wetten worden de vreemdelingen zeer beslist hun rechten toegezegd:

 

Leviticus 19:10 “Ook zult gij uw wijngaard niet afzoeken en het afgevallene van uw wijngaard niet oplezen; dit zult gij voor de armen en de vreemdelingen laten liggen: Ik ben de Here, uw God.”

 

Leviticus 19:34 “Als een onder u geboren Israëliet zal u de vreemdeling gelden, die bij u vertoeft; gij zult hem liefhebben als uzelf, want gij zijt vreemdeling geweest in het land Egypte: Ik ben de Here, uw God.”

 

De vreemdeling had dus ook recht van leven, want we lezen ook dat zij delen in de stoffelijke zegeningen:

 

Numeri 15:15 “…wat de gemeente betreft, éénzelfde inzetting zal gelden zowel voor u als voor de vreemdeling die bij u vertoeft; een altoosdurende inzetting zal het zijn voor uw geslachten: gij en de vreemdeling zullen voor de Here gelijk zijn.”

 

Deze vreemdelingen uit de heidenen delen dus ook in de geestelijke zegen van Israël. De deur van Gods genade heeft altijd opengestaan voor het Joodse volk, maar ook voor de vreemdelingen uit de heidense volken die vanwege Gods genade mochten meedelen in het verlossingsplan en daardoor mede-erfgenamen zijn geworden. Dat de heidenen ook zouden delen in de zegeningen van de Verlosser is reeds door Jesaja voorzegd:

 

Jesaja 42:1 “Zie, mijn knecht, die Ik ondersteun; mijn uitverkorene, in wie Ik een welbehagen heb. Ik heb mijn Geest op hem gelegd: hij zal de volken het recht openbaren.”

 

In Johannes 10 heeft Jezus/Yeshua gesproken, dat Hij de Goede Herder was, en dat Hij Zijn leven zou geven voor Zijn schapen. Het is bekend dat Hij sprak van de verloren schapen van het huis Israëls. Hij was gekomen om ze wederom te verzamelen:

 

Johannes 10:16 “Nog andere schapen heb Ik, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik leiden en zij zullen naar mijn stem horen en het zal worden één kudde, één herder.”

 

Jezus/Yeshua heeft Zijn schapen een vette weide toegezegd, zoals we lezen in Johannes 10:9. De dag nu dat alle schapen van de Goede Herder verzameld zullen zijn, is nog toekomst. De schapen uit het Joodse volk en uit de heidenen wachten nog op de openbaring van deze toekomstige heerlijkheid. In deze toekomstverwachting moeten we toch leven, omdat het in de Bijbel is vastgelegd. Zo voorzegt Jesaja het geweldige uitzicht dat alle gelovigen van alle eeuwen hebben:

 

Jesaja 52:7 “Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning.”

 

Jesaja spreekt van een wonderbare toekomst, en dat hij ook aangeeft, hoe de levensomstandigheden zullen zijn. De wereld zal gaan ervaren hoe God het werkelijk bedoeld heeft, hoe de mensheid behoort te leven in harmonie met zijn Schepper en met elkaar. In die tijd zal alles hersteld worden naar de wil van God. Er zal sprake zijn van een herschepping, van een herstel dat zich geleidelijk aan zal voltrekken. De aarde zal vol zijn van de kennis des Heren:

 

Jesaja 11:9-10Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van kennis des Heren, zoals de wateren de bodem der zee bedekken. En het zal te dien dage geschieden, dat de volken de wortel van Isaï zullen zoeken, die zal staan als een banier der natiën, en zijn rustplaats zal heerlijk zijn.

 

Habakuk 2:14Want de aarde zal vol worden van de kennis van des Heren heerlijkheid, gelijk de wateren die de bodem der zee bedekken.”

 

Straks zal Jezus/Yeshua openlijk en zichtbaar voor allen verschijnen. Zoals Hij ten hemel voer op de wolken, zo zal Hij ook weer terugkeren. Tijdens deze periode zullen de volkeren op aarde worden geregeerd vanuit Jeruzalem. De Bijbelse profeten zeggen dat de volkeren deel zullen hebben aan het vrederijk. Zij zullen onderdanen zijn van de Messias.

 

Jesaja 2:2 t/m5 “En het zal geschieden in het laatste der dagen: dan zal de berg van het huis des Heren vaststaan als de hoogste der bergen en hij zal verheven zijn boven de heuvelen. En alle volkeren zullen derwaarts heenstromen en vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de berg des Heren, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren woord uit Jeruzalem. En Hij zal richten tussen volk en volk en rechtspreken over machtige natiën. Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen; geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren…”

 

De gedenkwaardige woorden: “Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen” zijn ook gebeiteld in een granieten gedenksteen in het hoofdkwartier van de Verenigde Naties. Er staat echter niet bij dat van Sion het woord van de Heer zal uitgaan. Bovendien meet deze organisatie zich hiermee de rol toe die Jezus/Yeshua zal bewerken. We zien hierin de arrogantie van door satan bestuurde menselijke organisaties en de uitkomst zien we als gelovigen in hun houding ten aanzien van Israël, dat Gods oogappel is. We zien dat satan de Bijbel gebruikt waardoor veel mensen zich een rad voor de ogen laten draaien. Dat deed satan al in het Paradijs toen hij Eva aansprak, maar ook toen hij Jezus/Yeshua verzocht in de woestijn. In onze tijd gebruikt hij bijvoorbeeld het teken van de regenboog en het Bijbelse begrip vrede voor zijn ideologieën. 

 

Grote rol voor Israël in het vrederijk

 

Voor Israël is een grote rol weggelegd in het Vrederijk. De profeten openbaren dat Israël een cruciale rol zal spelen. Als uitverkoren volk krijgt Israël de taak het evangelie over de gehele wereld te verkondigen.

 

Romeinen 11:11-12 “Ik vraag dan: zij zijn toch niet zo gestruikeld, dat zij wel vallen moesten? Volstrekt niet! Door hun val is het heil tot de heidenen gekomen, om hen tot naijver op te wekken. Betekent nu hun val rijkdom voor de wereld en hun tekort rijkdom voor de heidenen, hoeveel te meer hun volheid!

 

Hosea 2:18-19Ik zal u Mij tot bruid werven voor eeuwig: Ik zal u Mij tot bruid werven door gerechtigheid en recht, door goedertierenheid en ontferming; Ik zal u Mij tot bruid werven door trouw; en gij zult de Here kennen.”

 

Jesaja 10:20En het zal te dien dage geschieden, dat de rest van Israël en wat van Jakobs huis ontkomen is, niet langer zullen steunen op hem die ze sloeg, maar in waarheid steunen zullen op de Here, de Heilige Israëls.

 

Jesaja 65:23  “Zij zullen niet tevergeefs zwoegen en geen kinderen voortbrengen tot een vroegtijdige dood, want zij zullen een door de Here gezegend geslacht zijn, en hun nakomelingen met hen. En het zal geschieden, dat Ik antwoorden zal, voordat zij roepen; terwijl zij nog spreken zal Ik verhoren.”

 

Het is opvallend dat er kerken/christenen zijn die zeggen ,,niets te hebben met Israël.” Hun Heiland had er alles mee. Zijn laatste woorden gingen over de toekomst van dit volk. Hij komt terug om Israël te zegenen. Natuurlijk zegent Hij ook de gelovigen uit de volkeren.

 

Er zijn talrijke profetieën in het Oude testament, die het Messiaanse rijk beschrijven als een heerlijke en glorieuze periode. Er zal overal vrede heersen.

 

Jesaja 32:1t/m5 “Zie een koning zal regeren in gerechtigheid en vorsten zullen heersen naar het recht; en ieder van hen zal zijn als een beschutting tegen de wind en als een toevlucht tegen de stortbui, als waterstromen in een dorre streek, als de schaduw van een machtige rots in een dorstig land. Dan zullen de ogen der zienden niet meer verblind zijn en de oren der horenden zullen opmerken; het hart der onbezonnenen zal inzicht en kennis verkrijgen, en de tong der stamerlaars zal in staat zijn duidelijk te spreken. Dan zal een dwaas niet meer edel genoemd en de bedrieger niet meer aanzienlijk heten.”

 

De profeet Ezechiël verteld dat er een beek zal stromen vanuit de tempel, oostwaarts naar de Dode Zee en dat het water gezond zal zijn zodat het er zal wemelen van allerlei soorten vis:

 

Ezechiël: 47-10 “Vissers zullen erlangs staan van Engedi tot En-Eglaïm, het zal een plaats zijn om de netten uit te spreiden, en de vissen erin zullen van allerlei soort zijn, zoals de vissen van de grote zee, zeer talrijk.”

 

Ook vertelt Ezechiël dat er aan beide zijden van deze beek vruchtbomen zullen staan, waarvan het loof niet verwelkt en de vrucht niet opraakt; elke maand zullen zij vrucht dragen, omdat het water uit het heiligdom komt; hun vruchten zullen tot spijze zijn en hun loof tot geneesmiddel.

 

Woestijnen zullen veranderen in vruchtbare akkers. Gebieden die thans gebukt gaan onder tropische hitte, zullen veranderen in vruchtbare streken. Ook de kou zal verdwijnen. De hele aarde zal vruchtbaar worden. Het zal gaan om een langdurige, vreedzame periode:

 

Jesaja 35:5-6 “Dan zullen de ogen der blinden geopend en de oren der doven ontsloten worden; dan zal de lamme springen als een hert en de tong van de stomme zal jubelen; want in de woestijn zullen wateren ontspringen en beken in de steppe…”

 

Psalm 146:8  “…de Here maakt de blinden ziende, de Here richt de gebogenen op, de Here heeft de rechtvaardigen lief…”

 

Matthéüs 11:5  “… blinden worden ziende en lammen wandelen, melaatsen worden gereinigd en doven horen en doden worden opgewekt en armen ontvangen het evangelie.

 

Ziekte zal zijn uitgebannen:

Jesaja 33:24 “En geen inwoner zal zeggen: Ik ben ziek”

Jesaja 65:19-20 “En daarin zal niet meer gehoord worden het geluid van geween of van geschreeuw. Daar zal niet langer een zuigeling zijn, die slechts weinige dagen leeft, noch een grijsaard, die zijn dagen niet voleindigt, want de jongeling zal als honderdjarige sterven….want als de levensduur der bomen zal de leeftijd van mijn volk zijn…”

 

De volken zullen door de gerichten sterk zijn uitgedund en het oppervlak van de aarde zal drastisch gewijzigd zijn. Het “zevenvoudig” effect van de zon en rijke oogsten wijzen op ingrijpende klimatologische veranderingen. Het gewas zal zich vermeerderen en de volken zullen zich verblijden. Jezus/Yeshua zal rechtspreken over de volken en tussen volken die geschillen hebben, dus geen armzalige vertoningen meer in de Verenigde Naties en geen invloed meer van islamitische dictaturen tegen Israël.

 

Door de gezegende toestanden zal de levensduur van de mensen zijn als de levensduur van de bomen. Het doet denken aan de leeftijden van de oudvaders van voor de zondvloed zoals Jered (962) Methusalah (969) en Lamech (777). De dood wordt uitgesteld maar niet totaal overwonnen. Uiteindelijk wordt de dood als laatste vijand teniet gedaan:

 

Jesaja 25: 8-9 “Hij zal voor eeuwig de dood vernietigen, en de Here Here zal de tranen van alle aangezichten afwissen en de smaad van zijn volk zal Hij van de gehele aarde verwijderen, want de Here heeft het gesproken. En men zal te dien dage zeggen: Zie, deze is onze God, van wie wij hoopten, dat Hij ons zou verlossen; dit is de Here, op wie wij hoopten; laten wij juichen en ons verblijden over de verlossing die Hij geeft.”

 

1 Corinthiërs 15:26 “De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood…”

 

2 Timotheüs 1:10  “… doch die nu geopenbaard is door de verschijning van onze Heiland, Christus Jezus, die de dood van zijn kracht heeft beroofd en onvergankelijk leven aan het licht gebracht heeft door het evangelie.”

 

Het dierenleven zal een zodanige verandering ondergaan, dat alles in volkomen harmonie met elkaar zal omgaan:

 

Jesaja 11:6-7-8  “Dan zal de wolf bij het schaap verkeren en de panter zoch nederleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden; de koe en de berin zullen samen weiden, haar jongen zullen tezamen nederliggen, en de leeuw zal stro eten als een rund; dan zal een zuigeling bij het hol van een adder spelen en naar het nest van een giftige slang zal een gespeend kind zijn hand uitstrekken.”

 

Het duizendjarige rijk zal een tijd van ongekende welvaart zijn. Men zal bouwen, planten, zaaien en oogsten. Er zal een ongekende overvloed zijn in de natuur, de bergen zullen “druipen van jonge wijn”: 

 

Amos 9:13 “Zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat de ploeger zich aansluit bij de maaier en de druiventreder bij hem die het zaad strooit; dan zullen de bergen druipen van jonge wijn en al de heuvelen daarvan overvloeien.”

 

Jesaja 35:1 De woestijn en het dorre land zullen zich verblijden, de steppe zal juichen en bloeien als een narcis; zij zal welig bloeien en juichen, ja, juichen en jubelen.”

 

Voor dieren en mensen zal het een zeldzame tijd zijn, maar ook voor de aarde zelf, want al wat er groeit zal de heerlijkheid van haar Koning uitstralen. Jeruzalem zal weer het godsdienstig centrum worden, de “navel der aarde”. Daar zal het grote feest zijn dat God zich zal verheugen en verblijden over Zijn volk. De verwoester is door Jezus/Yeshua overmeesterd. Het Duizendjarig Rijk vormt het sluitstuk van heel het verlossingswerk van Jezus/Yeshua. Dan zal de heerlijkheid van Hem ten volle geopenbaard worden. Zijn rijk zal de hele aarde omspannen.

 

Terug naar: Inhoud