Godsspraak over Libanon

Door: Franklin ter Horst. (Aangemaakt: 8 april 2003) (Laatste bewerking: 24 november 2017)

In Deuteronomium staat dat God Libanon ter beschikking heeft gesteld aan de stammen van Israël. Het land in bezit nemen was geen vrijblijvende aangelegenheid maar een opdracht van de Here God. Het Libanon zoals wij dat tegenwoordig kennen bestond toen nog niet. Deuteronomium 1:6-8 De Here, onze God, heeft tot ons bij Horeb gesproken: gij zijt lang genoeg bij deze berg gebleven; begeeft u op weg, breekt op, trekt naar het gebergte der Amorieten en naar al hun naburen in de Vlakte, op het Gebergte, in de Laagte, in het Zuiderland en aan de zeekust, -het land der Kanaänieten, en de Libanon tot aan de grote rivier, de Eufraat. Zie Ik heb dat land tot uw beschikking gesteld; trekt er binnen en neemt bezit van het land, waarvan de Here aan uw vaderen, Abraham, Isaäk en Jakob, gezworen heeft, dat Hij het hun en hun nakroost geven zou.

 

In Jozua 18:28 t/m31 staat dat Libanon (Tyrus en Sidon in het Oude Testament) door Mozes is toegewezen aan Aser, één van de stammen van Israël. Libanon kent een langdurige geschiedenis. In de Oudheid woonden in Libanon de Feniciërs die een bloeiende maritieme cultuur hadden tussen 2700 en 450 v. Chr. Ruïnes zijn te vinden in Tyrus, Sidon, Byblos en Beiroet. Het huidige Libanon is echter ontstaan na de nederlaag van de Ottomanen tegen de Britten en de Fransen in 1918 en werd het in 1920 op de Conferentie van San Remo toegewezen als een Frans mandaatgebied. Dat mandaat werd pas in 1943 opgeheven en werd Libanon een onafhankelijke republiek.

Het land kent jaren van opstanden en bloedige oorlogen. Zo vond er in 1973 er een geweldsuitbarsting plaats in Beiroet tussen regeringsmilities en de moordende Palestijnse bendes onder leiding van Jasser Arafat. Dit treffen luidde in het voorjaar van 1975 het begin van de Libanese burgeroorlog in. Ook Israël kreeg met steeds fellere aanvallen van Arafat en zijn bende de te maken. Toen de plaats Kiryat Shmona in het noorden van Israël met honderden raketten werd bestookt en een groep PLO-terroristen op 11 maart 1978 vanuit zee Israël binnenvielen, een bus kaapten en op de snelweg tussen Haifa en Tel Aviv 36 onschuldige Israëlische burgers vermoorden was voor Israël de maat vol. Deze terreuraanslag staat bekend  als de “Costal Road Terror Attack”. Vanaf dat moment reageerde het Israëlische leger met een invasie onder de naam "Operation Litani". Aan deze operatie namen ongeveer 30.000 militairen deel in een eerste poging de PLO uit Zuid-Libanon te verdrijven. Ten gevolge van deze burgeroorlog sloegen bijna één miljoen mensen uit Libanon op de vlucht.

In 1982 omsingelde het Israëlische leger Beiroet en de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Shatila. Voor meer informatie over deze gebeurtenis klik op het artikel “Arafats misdaden in Libanon”. De Israëlische troepen bleven uiteindelijk nog tot 2000 in Libanon. Op 12 juli 2006 brak er een oorlog uit tussen Israël en de Libanese terreurbeweging Hezbollah die voortduurde tot het staakt-het-vuren van 14 augustus 2006.

De profeet Ezechiël omschrijft Libanon als beeld van de duivel. (Ezechiël 28) Toepasselijker kan het land vandaag niet genoemd worden, nu de terreurbeweging Hezbollah daar in feite de lakens uitdeelt en met maar een bedoeling door Iran is opgericht, de staat  Israël te willen vernietigen. God Zelf zal ten strijde trekken tegen de vijandelijke volken en Hij zal hierbij gebruik maken van Israël en Israël zal alle landen verslaan die thans het grondgebied bezitten (bezet houden) dat onder ede door God voor eeuwig aan de Israëlieten is toegezegd.

 

De Bijbel maakt duidelijk dat Israël in de eindtijd een krijgshaftig volk zal zijn.  Een volk als uit de tijd van de verovering van Kanaän, als uit de tijd van koning David. Een klein volk, dat machtige tegenstanders zal verslaan. God zal Libanon aan Israël geven om er te wonen. Zoals een vuur de bomen verteert, zo zal Gods vuur, dat vanuit Israël zal komen, Libanon verteren. De profeet Zacharia maakt duidelijk hoe God Zich als een strijder met de oorlogen bemoeit die Israël te voeren heeft. Dat is inmiddels wel duidelijk geworden na de oorlogen die Israël in 1948, 1967 en 1973 heeft moeten voeren tegen de Arabische wereld en de verschillende islamitische terreurgroepen.

De duivel heeft Arabieren de illusie gegeven dat ze met terreur de strijd tegen Israël kunnen winnen. Ze hebben niets geleerd van alle nederlagen die ze tot dusver hebben geleden en experimenteren rustig verder hun volledige ondergang tegemoet. Mohammeds volgelingen hebben geen enkele kans want wie kan er winnen van de God van Israël? Verschillende Bijbelteksten maken duidelijk dat Libanon (Tyrus en Sidon in Bijbelse tijden) nog een vernietigend oordeel te wachten staat. Tyrus wordt ook genoemd in Psalm 83 waar het onderdeel uitmaakt van de volken die Israël willen verdelgen. Verschillende Bijbelse profeten, waaronder Ezechiël en Amos zeggen daar het volgende over.

Jesaja 23:11-15 … de Here heeft aangaande Kanaän (Israël) bevel gegeven zijn vestingen te verwoesten…. En het zal te dien dage geschieden, dat Tyrus vergeten zal worden, zeventig jaar lang, …

Ezechiël 28:22-23 zo zegt de Here Here: zie Ik zal u, Sidon! In uw midden zal Ik mij verheerlijken; en zij zullen weten, dat Ik de Here ben, wanneer Ik gerichten aan die stad voltrek en Mij aan haar de heilige betoon. Ik zal daarin de pest zenden, bloed op haar straten; doden zullen daar vallen door het zwaard dat aan alle kanten tegen haar gericht is.

Amos 1:10 …, zal Ik vuur werpen binnen de muren van Tyrus, zodat het zijn burchten verteerd.

In Ezechiël 47 en 48 worden de grenzen aangegeven van Israël in het Duizendjarige Rijk. Hier blijkt dat een deel van Libanon bij Israël gaat horen.

Terug naar: Inhoud