De draak vervolgt de vrouw

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt: 23 april 2018)

Met dank aan het Bijbelstudieteam Jur van Calkar en Simonida Dijkhuis-Nijhof voor hun medewerking aan deze Bijbelstudie.

Openbaring 12:13 t/m 18 “En toen de draak zag, dat hij op de aarde was geworpen, vervolgde hij de vrouw, die het mannelijke kind gebaard had. En aan de vrouw werden twee vleugels van de grote arend gegeven om naar de woestijn te vliegen, naar haar plaats, waar zij onderhouden wordt buiten het gezicht van de slang, een tijd en tijden en een halve tijd. En de slang wierp uit haar bek water achter de vrouw als een stroom, om haar door de stroom te laten medesleuren. En de aarde kwam de vrouw te hulp en de aarde opende haar mond en verzwolg de stroom, die de draak uit zijn bek had geworpen. En de draak werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben; en hij bleef staan op het zand der zee.

Jezus/Yeshua  profeteerde van uitwerping van satan in: 

Lukas 10:18 En Hij zeide tot hen (de discipelen): Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen.

Nadat Yeshua het koningschap aanvaard had, kon de overste van deze wereld niet langer in de hemelse gewesten aanwezig zijn. De woede van Satan keert zich vooral tegen de vrouw. Zij is het symbool voor Israël. De vleugels in dit tekstdeel spreken van een snelle ontkoming, maar ook van bescherming. De kracht en bescherming van deze arendsvleugelen wordt ook uitgedrukt in de volgende bijbelverzen:

Exodus 19:4  gij hebt gezien, wat Ik de Egyptenaren heb aangedaan, en dat Ik u op arendsvleugelen gedragen en tot Mij gebracht heb.”

Jesaja 40:31  “…maar wie de Here verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat.maar die op den Heer wachten verkrijgen nieuwe kracht, dat zij opvaren met vleugelen als de arenden, dat zij lopen en niet moede worden, dat zij wandelen en niet mat worden.

We zien ook dat het volk Israël, na alles wat het heeft meegemaakt, niet moede of mat is geworden, maar gesterkt is met nieuwe kracht die God hen geeft. De God van Israël houdt hen staande. De gelovigen van het volk Israël zullen onder deze bescherming zich in de woestijn kunnen gaan verschuilen voor een periode van 3½ jaar. Jezus waarschuwt in Matthéüs 24:15

“Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniël gesproken is, op de heilige plaats ziet staan-wie leest, geve er acht op-laten dan wie in Judéa zijn, vluchten naar de bergen.”

Dit afgodsbeeld zal in het midden van de zeventigste jaarweek in de tempel opgericht worden. Dit beeld zal een teken zijn van de werking van de satan in de antichrist en de valse profeet. Daarom heeft Jezus/Yeshua dit voor de joodse gelovigen tot startsein gemaakt om naar de bergen te vluchten voor de grote grimmigheid van de vijand.

Het vredesverdrag met Israël wordt halverwege de 'week' verbroken (na 3½ jaar dus), waarna de antichrist zijn ware duivelse bedoelingen onthult. De uitdrukking een tijd, tijden en een halve tijd, wordt ook door de profeet Daniël aangehaald:

Daniël 7:25 Hij (antichrist) zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en de heiligen des Allerhoogsten te gronde richten; hij zal er op uit zijn tijden en wet te veranderen, en zij zullen in zijn macht gegeven worden voor een tijd en tijden en een halve tijd.” Deze tijdsaanduiding wordt nogmaals door hem herhaald in:

Daniël 12:7Toen hoorde ik de man die met linnen klederen bekleed was en zich boven het water van de rivier bevond, zweren bij Hem die eeuwig leeft, terwijl hij zijn rechter- en zijn linkerhand naar de hemel hief: Een tijd, tijden en een halve tijd; en wanneer er een einde komt aan het verbrijzelen van de macht van het heilige volk, dan zullen al deze dingen voleindigd zijn.

Het gaat om 42 maanden. In Daniël 12:11-12 worden de godvrezenden aangespoord om vanaf de ontwijding van de tempel 1290 dagen respectievelijk 1335 dagen vol te houden, dus iets meer dan de 3½ jaar. Dat is het "volharden tot het einde".

Zalig die de 1335ste dag verwachten (2).jpgEn de slang wierp uit haar bek water achter de vrouw als een stroom

Genesis 3:1   De slang nu was het listigste van alle dieren des velds, die de Here God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: God heeft zeker wel gezegd: Gij zult niet eten van enige boom in de hof?”

2 Corinthiërs 11:3  Maar ik vrees, dat misschien, zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde,uw gedachten van de eenvoudige (en loutere) toeweiding aan Chriastus afgetrokken worden.”

De draak probeert de vrouw te achtervolgen door “water als een stroom uit haar bek”achter haar te werpen. In een laatste poging om Israël uit te roeien zal de draak water spugen. Dit water moet als een rivier worden, opdat de vrouw erin zal verdrinken. Het gaat hier natuurlijk niet over een echte rivier, maar 'als een rivier'. Het ‘water”dat de draak achter haar aan werpt wordt vrij algemeen beschouwd als zinnebeeld van door satan opgezweepte Israëlvijandige volken die de vlucht naar de woestijn willen verijdelen. Na de vermelding van oorlog in de hemel tussen Michaël en de draak, gaat het nu over oorlog op aarde tussen de antichrist en Israël. In Jesaja 8:7-8 bijvoorbeeld wordt de koning van Assyrië die het land van Israël wil veroveren voorgesteld onder het beeld van een overstromende vloed:

 “…daarom, zie, de Here doet over hen opkomen de machtige en geweldige wateren van de Rivier, de koning van Assur met al zijn heerlijkheid; deze zal buiten al zijn beddingen stijgen en buiten al zijn oevers rijzen, binnendringen in Juda, overstromen en steeds verder om zich heen grijpen, reiken tot aan de hals; ja, zijn uitgespreide vleugelen zullen de breedte van uw land vullen, o Immanuël.

Jeremia gebruikt “bruisende wateren”om daarmee optrekkende legermachten aan te duiden.

Jeremia 46:7-8 “Wie is het die komt opzetten als de Nijl, wiens wateren bruisen als rivieren? Egypte komt opzetten als de Nijl, terwijl de wateren bruisen als rivieren, en zegt: Oprukken zal ik, ik zal de aarde overdekken, ik zal verdelgen steden en inwoners en al.”

Het kan dus zijn dat met de tekst “water als een stroom uit haar bek” hier de legermachten van de antichrist zijn bedoeld. Gods volk is onbereikbaar voor de vernietigingszucht van de antichrist. Het “te hulp schieten” van de aarde aan de nagejaagde gelovigen drijft hem tot uiterste woede. Omdat hij de vrouw niet meer kan bereiken concentreert hij zijn aandacht nu op degenen, die nog wel onder zijn bereik zijn “de overigen van haar nageslacht”.

De schuilplaats in de woestijn

Vele onderzoekers hebben zich de vraag gesteld waar de schuilplaats in de woestijn gezocht moet worden. Sommige menen dat het de oude stad Petra moet zijn in het berggebied van Edom in Jordanië waar rond 70 n. Chr., ook de eerste christenen hun toevlucht zochten toen zij gewaarschuwd werden voor de verwoesting van Jeruzalem door de Romeinen. Deze onbewoonde stad is slechts bereikbaar door één zeer nauwe kloof. Deze kloof heeft een lengte van ongeveer 3 km en de hoogte varieert van 60 tot 300 meter. De Bijbel noemt Petra niet als een speciale plaats waar mensen van een veilige bescherming kunnen genieten maar deze plaats is wel de meest populaire versie onder de diverse onderzoekers. De stad Petra is eeuwenlang in de vergetelheid geraakt totdat de Zwitserse schrijver en ontdekkingsreiziger Johann Burchhardt de stad in 1812 herontdekte.

Deze stad werd volgens de overlevering gebouwd door Recham, koning der Midianieten, en heette oorspronkelijk Sela wat in het Hebreeuws “rots” betekent. Later werd de stad de heilige plaats der Edomieten de afstammelingen van Ezau, de broer van Jakob. Volgens de Bijbel ging Ezau wonen in het gebergte van Seïr (Shera), dat is Edom. In de 2e eeuw voor Christus werd het de hoofdstad van de Nabateeërs. Bij de stad Petra ligt een Wadi die naar Mozes is genoemd, de "Wadi Musa", de plaats waar volgens de overlevering Mozes water liet stromen uit een rots door er met zijn stok op te slaan.

De vraag is of het alleen om Petra kan gaan omdat de schuilplaats mogelijk aan honderdduizenden of meer, onderdak zal moeten bieden. Opmerkelijk is dat Daniël de gebieden Edom, Moab (waaronder de berg Nebo) en Ammon, aanhaalt als zijnde dat deze gebieden aan de macht van de antichrist zullen ontkomen. 

 

Daniel 11:41Ook het Sieraadland zal hij binnenvallen, en velen zullen struikelen; maar aan zijn macht zullen ontkomen: Edom, Moab en Ammon.”

 

Deze tekst heeft betrekking op de regeerperiode van de antichrist. Het is derhalve niet ondenkbaar dat dit de gebieden zijn waar God de gelovigen bescherming zal bieden als een bovennatuurlijk beschermde “voorbereide plaats” Wanneer de gelovigen naar hun schuilplaats gebracht zullen worden, zal de aarde zich op miraculeuze wijze openen en weer sluiten. Niemand zal in staat zijn deze plaats te vinden. 

De berg Nebo

Ook de berg Nebo wordt als mogelijkheid gezien. Nebo ligt in het noordelijke deel van de Avarim-keten. Deze bergketen wordt ook wel Pisga en in het Arabisch Fasga genoemd. In het Hebreeuws betekent Pisga gewoon ‘hoge plaats’ zoals een bergtop of klif. Een van de toppen van de Pisga is de 817 meter hoge berg Nebo, in het Hebreeuws Har Nevo en in het Arabisch Jabal Nibū genaamd. In Deuteronomium 32:49 zegt God tegen Mozes:

“Ga het Avarim-gebergte in en beklim de Nebo, die in Moab ligt, tegenover Jericho. Daar kun je uitkijken over Kanaän, het land dat Ik de Israëlieten in bezit ga geven.”

In Deuteronomium 34:1 staat vervolgens: “Toen verliet Mozes de vlakte van Moab en hij beklom de Nebo, een van de toppen van de Pisga, tegenover Jericho. Daar liet God hem het hele land zien.” Ook Werner Stauder is van mening dat de berg Nebo de plaats is van de door God “voorbereide locatie” omdat deze berg ook de schuilplaats van de Ark van het Verbond is, zoals beschreven 2 Makkabeeën 2:4-5. Hierin is te lezen dat  de profeet Jeremia na een goddelijke ingeving opdracht gaf om de tent en de Ark daar te verbergen in een grot. Hij liet de tent, de Ark en het reukofferaltaar naar binnen brengen en sloot de toegang af.” Enkelen van hen die hem hadden vergezeld, gingen later terug om de weg met tekens te markeren, maar ze konden de grot niet meer vinden. Toen Jeremia dit te horen kreeg, zei hij verwijtend: Die plek zal onbekend blijven totdat God Zijn volk weer samenbrengt en Zich erover ontfermt. De toegang is tot dusver afgesloten en niemand weet waar deze toegang is. Niemand kan daar op eigen kracht naar toe. Het gaat om een tijdelijke inwoning. Dat wil dus zeggen dat men deze ruimte na een bepaalde tijd weer zal verlaten. Om precies te zijn na 3 ½ jaar!

Ook de kleine profeet Micha zegt dat het overblijfsel van Israël bijeenvergaderd zal worden:

Micha 2:12 "Voorzeker zal Ik u, o Jakob, in uw geheel bijeenbrengen, voorzeker vergaderen het overblijfsel van Israël." Ik zal hen bijeenbrengen als schapen in een kooi, als een kudde in het midden der weide. Het zal er gonzen van mensen.

Beschermd en onderhouden

Uit de Bijbelteksten blijkt dus dat deze gelovigen zich niet druk hoeven te maken over de wijze hoe ze daar moeten komen. Wie weet gebeurt dat wel op dezelfde manier zoals dat ook Filippus overkwam (Handelingen 8:39-40). Het ene moment bevond hij zich nog bij de Ethiopische kamerling op de weg die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza, en het andere moment bleek hij opeens kilometers verderop in Ashdod te zijn. Zomaar, binnen een fractie van een seconde.

Dit doet ook denken aan de profeet Elia, die destijds eveneens 3 ½ jaar op dezelfde wonderbaarlijke wijze (in de wildernis) door God werd beschermd en van voedsel voorzien toen hij zich moest verbergen om aan de vervolging door koning Achab te ontkomen:

1 Koningen 17:2-6 Daarna kwam het woord des Heren tot hem: Ga vanhier, wend u oostwaarts en verberg u bij de beek Kerit, die in de Jordaan uitmondt. Gij kunt uit de beek drinken, en Ik heb de raven geboden u daar van spijze te voorzien. Daarop ging hij heen en deed naar het woord des Heren; hij ging verblijf houden bij de beek Kerit, die in de Jordaan uitmondt. De raven brachten hem des morgens brood en vlees, en des avonds brood en vlees, en hij dronk uit de beek.

Evenals Elia zullen ook de uitverkorenen in deze schuilplaats 3 ½ jaar lang beschermd worden tegen de woede van de antichrist. De arendsvleugelen zoals genoemd in Openbaring 12:14 zijn een beeld van de bovennatuurlijke evacuatie van Gods kinderen onder Gods bescherming naar een veilig oord in de woestijn.

De gelovigen zullen zich in deze 3 ½ jaar van de Grote Verdrukking geborgen weten, zoals destijds het volk Israël in die noodlottige nacht, toen de Engel des doods door Egypte ging.

Dit alles is de strijd die begon met: 

Genesis 3:15 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.

Matthéüs 24:9 Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en zij zullen u doden, en gij zult door alle volken gehaat worden om mijns naams wil.”

 

Romeinen 8:35-36-37  Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid, of vervolging of honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard? Gelijk geschreven staat: Om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood,wij zijn gerekend als slachtschapen.”

Openbaring 12 eindigt met de tekst “en ik stond op het zand der zee”. Het lijkt dat deze tekst het over Johannes heeft die op het zand der zee stond. Als we andere vertalingen raadplegen wordt Openbaring 13 met deze tekst geopend en staat er “en hij stond op het zand der zee”. In de interlineare scripture analyzer wordt het Grieks woord voor woord vertaald met “and was stood on the sand of the sea”. Het is dus duidelijk dat het hier om de draak gaat die door God een halt wordt toegeroepen. De draak (satan) kan op aarde niet zijn gang gaan, want God houdt de regie in handen. Er geschiedt niets buiten Zijn wil.

 

Terug naar: Inhoud