De Openbaring van Jezus Christus

Door: Franklin ter Horst (Aangemaakt: 18 juni 2012) (Laatste bewerking: 7 oktober 2015)

De bijbelteksten uit alle Openbaring artikelen zijn ontleend aan de NBG-vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap 1951.

Openbaring 1:1-2-3 Openbaring van Jezus Christus, welke God Hem gegeven heeft om zijn dienstknechten te tonen hetgeen weldra moet geschieden, en welke Hij door de zending van zijn engel aan zijn dienstknecht Johannes heeft te kennen gegeven. Deze heeft van het woord Gods getuigd en van het getuigenis van Jezus Christus, alles wat hij gezien heeft. Zalig hij, die voorleest, en zij, die horen de woorden der profetie, en bewaren, hetgeen daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.

In het Bijbelboek Openbaring gaat het om de laatste grote gebeurtenissen op aarde voordat Jezus als Redder en Rechter op aarde terugkeert. In dit boek eindigen alle grote eindtijdprofetieën zoals ze door Gods dienstknechten de hele Bijbel door, zijn aangekondigd. De Bijbelse God maakt d.m.v. van zijn Woord bekend dat alles wat voorzegd is, ook vervuld zal worden. In dit boek toont de Here Jezus aan Johannes wat er allemaal nog moet geschieden, waarbij de oordelen die worden beschreven voor de mensen als een ware verschrikking moeten overkomen. Johannes moet op zijn minst overdonderd zijn geweest van de beelden die hem verschenen.

Johannes op Patmos

In Openbaring 1:9 schrijft Johannes dat hij op het eiland Patmos was om het Woord Gods en het getuigenis van Jezus Christus. ,,Ik kwam in vervoering des geestes op de dag des Heren, en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin zeggende: hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten: naar Efeze en naar Smyrna, en naar Pérgamum, en naar Tyatira, en naar Sardes, en naar Filadélfia en naar Laodicéa.”

Zeven is het getal van de volheid. Er is sprake van zeven gemeenten, zeven brieven, zeven engelen van de gemeenten, zeven visioenen, zeven geesten, zeven kandelaren, zeven sterren, zeven zegels, zeven kronen, zeven hoornen, zeven ogen van het Lam, zeven engelen met trompetten, zeven donderslagen, zeven koppen van het beest, zeven plagen en zeven bergen.

In het beeld dat aan Johannes geopenbaard wordt ziet hij te midden van kandelaren iemand als eens een mensen zoon, bekleed met een tot de voeten reikend gewaad, en aan de borsten omgord met een gouden gordel; en zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam en zijn voeten waren gelijk koperbrons, als in een oven gloeiend gemaakt, en zijn stem was als een geluid van vele wateren. En Hij had zeven sterren in zijn rechterhand en uit zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en zijn aanzien was gelijk de zon schijnt en haar kracht. Jezus, is degene, die Johannes tussen de kandelaren (de gemeenten) zag wandelen. Hij wierp zich neer voor de machtige aanwezigheid van de opgestane Jezus. De betekenis van de zeven sterren en de zeven gouden kandelaren wordt door de Here Jezus zelf gegeven. De kandelaren stelden de gemeenten voor en de sterren de voorgangers van de gemeenten. In de 1ste en 2de Tempel in Jeruzalem stond een zevenarmige gouden kandelaar, de Menora. Hier zijn het echter zeven kandelaren, die de gemeente van Jezus op aarde vertegenwoordigen. Ze verspreiden het licht in de wereld.

Jezus was volledig op de hoogte van de geestelijke conditie van elke gemeente. Ook de individuele gelovige in de gemeente werd aangesproken. Jezus, prees de gemeenten om hun successen en berispte hen om hun fouten. Hij gaf hen vriendelijke, liefdevolle raad. Hij was bezorgd om iedere gemeente, Hij dicteerde die brieven niet voor de belangrijkste leiders over de hele wereld. Hij schreef aan afzonderlijke gemeenten, kleine groepen gelovigen. Hij wist dat iedere gemeente met strijd te maken had. Daarom richtte Hij Zich afzonderlijk tot een ieder van deze. Zijn woorden voor hen zijn tevens woorden voor de hedendaagse gelovigen.

Toen begon Johannes met een reeks korte brieven aan de zeven gemeenten in Klein-Azië en wendt hij zich tot de Christenen als een broeder in de verdrukking. Het is opmerkelijk, dat elke brief begint met een bijzondere uitspraak van de Here Jezus. In de brief aan de gemeente te Ephese zegt de Heer, dat Hij alle voorgangers nog in Zijn hand heeft. Ook wandelt Hij nog tussen alle kandelaren. Alle gemeenten zijn nog kandelaren van de Heer; zij verspreiden Zijn licht. Er wordt nog met geen woord gesproken over satan in deze gemeente. Men volgt de Here Jezus nog trouw. De zeven gemeenten zijn een voorbeeld van de geestelijke toestand van de christenen in die tijd. Vervolging en beproevingen zijn een natuurlijk, normaal deel van het leven van mensen die Jezus lief hebben en Gods Woord trouw blijven. Niet alleen vond hun godsdienst overal “tegenspraak”, maar men werd in de gevangenis geworpen en gedood. Ook Johannes stond oog in oog met het martelaarschap, om het getuigenis van Jezus Christus. Het verhaal gaat dat hij tijdens een golf van vervolgingen in Rome op last van keizer Domitianus (81-96) gevangen werd genomen en vierentwintig uur lang voor de Latijnse Poort in Rome in een enorm vat met kokende olie gezet. Hij werd echter op een miraculeuze manier van de dood gered. God was met hem! Hij werd vervolgens veroordeeld tot arbeid in de mijnen op het gevangeniseiland Patmos omdat men geloofde dat hij een soort tovenaar was. Hier schreef hij zijn profetische Boek Openbaring. Later keerde hij naar Efeze terug, waar hij tot zijn dood toe weer voorganger werd. Hij stierf als een oude man en was de enige apostel die een vredige dood stierf.

De zeven Gemeenten werden speciaal uitgekozen uit alle andere gemeenten vanwege haar karakteristieke eigenschappen, die later in de opeenvolgende eeuwen ook zouden optreden. Het gaat dus bij deze brieven niet alleen over gemeenten in een bepaalde tijd, ze hebben ook een boodschap voor ons in deze tijd. In alle tijden zijn en waren er gemeenten die trouw de Heer dienden en gemeenten die het spoor van de Bijbel kwijt waren. De brieven van Johannes aan deze gemeenten zijn vandaag nog even actueel en bevatten eveneens praktische lessen voor onze tijd. De brieven geven een profetisch overzicht van de hele christelijke geschiedenis en blijven geldig zolang er nog christenen op aarde zijn.

Wat opvalt, is dat elke gemeente een bepaalde geestelijke conditie te zien geeft. Het getal zeven zou er op kunnen wijzen dat Jezus in deze zeven gemeenten de hele christelijke kerk heeft willen uitbeelden. Zeven is het getal van de volheid: de zeven gemeenten vormen samen de gehele periode van de gemeente. “Overwin!”schrijft Johannes als slot van iedere brief aan de zeven gemeenten en aan de gelovigen in onze tijd. De toenmalige wereld hate de God van de Bijbel en Zijn onfeilbare Woord en dat is vandaag niet anders. Deze oproep is ook bestemd voor de hedendaagse gelovigen. Iedereen die de storm doorstaat, wacht een kroon van overwinning.

Klik hier voor Openbaring 2 “De brief aan de gemeente Efeze”.